De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Waarschu-
Oorzaak
wing
Warmtepomp is in bedrijf buiten de
101
toepassingsgrenzen
Maximale ontdooitijd overschreden
102
Probleem met communicatie koelcircuit
103
Drukgastemperatuur te hoog
104
Stroomopname van de inverter te hoog
105
Stroomopname te hoog
106
Gelijkspanning aan de inverter te hoog
107
Gelijkspanning aan de inverter te laag
108
Warmtepomp wordt buiten het toegelaten
109
spanningsbereik in gebruik genomen
Warmtepomp wordt buiten het toegelaten
110
spanningsbereik in gebruik genomen
Hogedrukschakelaar is in werking getreden.
111
Inverter oververhit
112
Smoorspoeltemperatuur te hoog
113
83315307 1/2020-05 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp WWP LB 12-A R en WWP LB 20-A R (binnenunit)
Koelcircuit
113-144
Oplossing
Ervoor zorgen dat de warmtepomp enkel
binnen de toepassingsgrenzen werkt.
Op blootgestelde opstellingsplaatsen kan sterke
wind leiden tot deze waarschuwing.
Na de ontdooiing controleren dat er geen ijs
op de verdamper is.
Spanningstoevoer minstens 10 minuten
onderbreken.
Bij herhaald optreden de Weishaupt-
klantendienst verwittigen.
Warmteafname controleren.
Koelcircuit controleren.
Ervoor zorgen dat de warmtepomp enkel
binnen de toepassingsgrenzen werkt.
Compressoraansluiting op de inverter
controleren.
Compressor-wikkelingsweerstanden meten.
Ervoor zorgen dat de warmtepomp enkel
binnen de toepassingsgrenzen werkt.
Spanningstoevoer controleren (netspanning te
laag).
Smoorspoelen in de 400 V toevoerleiding naar
de inverter controleren.
Ervoor zorgen dat de warmtepomp enkel
binnen de toepassingsgrenzen werkt.
Spanningstoevoer controleren.
Ervoor zorgen dat de warmtepomp enkel
binnen de toepassingsgrenzen werkt.
Spanningstoevoer controleren.
Spanningstoevoer controleren.
Spanningstoevoer controleren.
Warmteafname controleren.
Instelling van het overstroomventiel
controleren.
Positie van de kogelkranen op de binnen- en
buitenunit controleren.
Ervoor zorgen dat:
de montagevoorwaarden voor de binnenunit
gerespecteerd worden;
de warmtepomp binnen de
toepassingsgrenzen in gebruik genomen
wordt.
Ervoor zorgen dat:
de montagevoorwaarden voor de binnenunit
gerespecteerd worden;
de warmtepomp binnen de
toepassingsgrenzen in gebruik genomen
wordt.
10 Foutopsporing