OPGELET
OPGELET
A
4
5
83315307 1/2020-05 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp WWP LB 12-A R en WWP LB 20-A R (binnenunit)
Wanddoorvoer met minstens 5° verval naar buiten boren.
Evt. doorvoerdichting (toebehoren) monteren.
Schade door vuildeeltjes in het koelcircuit
Vocht of vuil kan in het koelcircuit terechtkomen.
Vóór en tijdens de installatie ervoor zorgen dat de buizen proper blijven.
Buizen gesloten houden totdat de aansluiting plaatsvindt (afsluitstoppen niet
verwijderen).
Schade aan de koelmiddelleidingen door plooiing
Koperen buizen plooien gemakkelijk en kunnen daarna niet meer gebruikt worden.
Niet op de koperen buizen stappen.
Voldoende groot buigradius kiezen, evt. buigmachine gebruiken.
Koelmiddelleiding plaatsen, daarbij op het volgende letten:
Leiding niet verlengen.
Op 2 m afstand buisklemmen 3 monteren.
Als de binnenunit minstens 2,5 m hoger staat dan de buitenunit (A) het
volgende installeren (toebehoren):
op het diepste punt van de zuiggasleiding 1 een oliesifon 6;
in de verticale zuiggasleiding op 2,5 m afstand een oliebocht 2.
Als de leiding in de grond geplaatst wordt:
Wachtbuis DN 150 4 plaatsen, daarbij op het volgende letten:
Geen 90°-bochtstuk gebruiken.
Drie 30°-bochtstukken 5 gebruiken.
Zo weinig mogelijk richtingsveranderingen.
Indien mogelijk niet trapsgewijs plaatsen.
1
2
3
6
A Binnenunit staat hoger dan buitenunit
B Buitenunit staat hoger dan binnenunit
33-144
B
3
5 Installatie
1
4