10 Foutopsporing
De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Waarschu-
Oorzaak
wing
Positie van de compressormotor kan niet bepaald
114
worden
Gelijkspanning aan de inverter te laag
117
Stroom tussen inverter en compressor is te hoog
118
Stroomopname van de compressor te hoog
119
tijdoverschrijding
Invertertemperatuur te hoog
120
Spanning op de inverter te laag
121
Modbus-configuratiefout
122
Geen Modbus-verbinding
123
Drukgastemperatuur te hoog
124
Invertertemperatuur te hoog
127
Smoorspoeltemperatuur te hoog
128
Probleem bij Modbus-communicatie
129
83315307 1/2020-05 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp WWP LB 12-A R en WWP LB 20-A R (binnenunit)
114-144
Oplossing
Ervoor zorgen dat de warmtepomp enkel
binnen de toepassingsgrenzen werkt.
Compressoraansluiting op de inverter
controleren.
Compressor-wikkelingsweerstanden meten.
Ervoor zorgen dat de warmtepomp enkel
binnen de toepassingsgrenzen werkt.
Spanningstoevoer controleren.
Ervoor zorgen dat de warmtepomp enkel
binnen de toepassingsgrenzen werkt.
Compressoraansluiting op de inverter
controleren.
Compressor-wikkelingsweerstanden meten.
Ervoor zorgen dat de warmtepomp enkel
binnen de toepassingsgrenzen werkt.
Compressoraansluiting op de inverter
controleren.
Compressor-wikkelingsweerstanden meten.
Ervoor zorgen dat:
de montagevoorwaarden voor de binnenunit
gerespecteerd worden;
de warmtepomp binnen de
toepassingsgrenzen in gebruik genomen
wordt.
Spanning naar de smoorspoelen meten.
Spanningstoevoer minstens 10 minuten
onderbreken.
Modbus-verbinding (leiding en stekker) tussen
inverter en stuurprintplaat koeleenheid
controleren.
Spanningstoevoer minstens 10 minuten
onderbreken.
Warmteafname controleren.
Koelcircuit controleren.
Ervoor zorgen dat:
de montagevoorwaarden voor de binnenunit
gerespecteerd worden;
de warmtepomp binnen de
toepassingsgrenzen in gebruik genomen
wordt.
Ervoor zorgen dat:
de montagevoorwaarden voor de binnenunit
gerespecteerd worden;
de warmtepomp binnen de
toepassingsgrenzen in gebruik genomen
wordt.
Modbus-verbinding tussen inverter en
stuurprintplaat koeleenheid controleren
(leiding en stekker).
Spanningstoevoer minstens 10 minuten
onderbreken.