Bedrijf
6.3.1
Bedrijf zonder bedieningssysteem
6.3.2
Bedrijf via aansluiting "remote"
6.3.3
Bedrijf met DCU of HPU
6.3.4
Bedrijf met veldbus
6.4
Monitoring van de bedrijfstoestand
6.4.1
Temperatuurbewaking
28
Automatische start
Na het overbruggen van de contactpen 1, 3, 4, 14 bij de aansluiting "remote" of gebruik
van de meegeleverde contrastekker en het aanleggen van de voedingsspanning start
de turbopomp onmiddellijk.
De netvoeding van de turbopomp pas vlak voor de inbedrijfstelling inschakelen.
Voor bedrijf zonder bedieningssysteem moet de 26-polige contrastekker zich op de
aansluiting "remote" aan de TC 400 bevinden.
De stroomvoorziening met schakelaar S1 van de netvoeding inschakelen.
Na het aanleggen van de bedrijfsspanning voert de TC 400 een zelftest uit om de voe-
dingsspanning te controleren. Na de geslaagde zelftest van de TC 400 worden de turbo-
pomp en - indien aangesloten - de voorpomp in bedrijf gesteld.
Afstandsbediening is mogelijk via de 26-polige D-Sub-aansluiting aangeduid door
"remote" op de aandrijfelektronica. De bedienbare individuele functies worden door
"PLC-niveau" weergegeven.
Voor het bedrijf met de afstandsbediening de voorschriften in de volgende documen-
ten naleven:
● gebruikershandleiding "Aandrijfelektronica TC 400"
Voor bedrijf met een display- en bedieningssysteem van Pfeiffer Vacuum dienen de
voorschriften in de volgende documenten te worden nageleefd:
● gebruikershandleiding "DCU"
● gebruikershandleiding "HPU"
● gebruikershandleiding "Aandrijfelektronica TC 400"
De stroomvoorziening met schakelaar S1 van de netvoeding of van de DCU 310 in-
schakelen.
Instellingen zijn mogelijk via de aansluiting RS-485 met DCU, HPU of PC.
De inbouw en het gebruik van Pfeiffer Vacuum turbopompen in een veldbussysteem van
de klant zijn mogelijk bij aandrijfelektronica met een geschikt veldbuspaneel.
Voor het bedrijf met de veldbus dienen de voorschriften in de volgende documenten
te worden nageleefd:
● gebruikershandleiding voor de aandrijfelektronica met geschikt aansluitpaneel
Bij een ontoelaatbare motortemperatuur of ontoelaatbare hoge temperatuur van het
pomphuis wordt het aandrijfvermogen verlaagd. Dit kan leiden tot een lager toerental
dan het ingestelde toerental en bijgevolg tot het uitschakelen van de turbomoleculair-
pomp.
VOORZICHTIG