Invoer en snijgedeelte
Kleine gewasverdelers
WAARSCHUWING: Alvorens afstellingen of
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren
de motor uitzetten en wachten totdat alle
draaiende delen stilstaan.
Om er voor te zorgen dat het gewas correct wordt
ingevoerd, vastgegrepen, afgesneden en verder wordt
gevoerd, is het noodzakelijk dat de hieronder genoemde
onderdelen correct met elkaar zijn uitgelijnd:
De geleidingstanden (C) bewegen op een afstand (G) van
25 mm (0.98 in.) boven het roterende mes (B).
Ruimte (H) tussen het achterste einde van de kleine
gewasverdeler (A) en geleidingstand (C) zonder ruimer
dient tussen 4 en 6 mm (0.16 en 0.24 in.) te liggen. Des
te kleiner de ruimte des te makkelijker liggend gewas
wordt opgepikt.
Ruimte (H) tussen het achterste einde van de kleine
gewasverdeler (A) en geleidingstand (C) met ruimer dient
ca. 1 mm (0.04 en in.) te bedragen.
BELANGRIJK: Maak tanden (C) die zijn vervormd
door vreemde voorwerpen direct recht.
De invoerstangen (E) moeten het gewas naar de
tandenrij (D) voeren. Ruimte (J) tussen het einde van de
invoerstang (E) en de tandenrij (F) dient 28 mm (1.10 in.)
te bedragen. Indien noodzakelijk de invoerstang buigen
om de gewenste ruimte (J) in te stellen.
OPMERKING: Controleer bij het buigen van de
invoerstangen of de totale hoogte (K) van de kleine
gewasverdeler ca. 185 mm (7.28 in.) bedraagt.
Laat versleten onderdelen door de KEMPER dealer
vervangen.
A—Kleine gewasverdeler
B—Roterend mes
C—Geleidingstanden
D—Tandenrij
E—Invoerstang
Onderhoud
F— Tandenrij
G—25 mm (0.98 in.)
H—4 tot 6 mm (0.16 tot 0.24 in.)
of ca. 1 mm (0.04 in.)
J— 28 mm (1.10 in.)
K—185 mm (7.28 in.)
508
Vervolg op volgende pagina
KM00321,000029B 1824FEB101/4
041910
PN=104