Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoudswerkzaamheden - Wilo EMU KS37Z + T17 Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

- Groot onderhoud
Bij gebruik van sterk slijtende en/of agresieve stoffen worden de onder-
houdsintervallen 50 % korter!
Overzicht van de afzonderlijke onderhoudswerkzaamheden:
Het stroomverbruik en de spanning moeten bij alle drie de fases regelmatig gecontroleerd worden.
Bij normaal gebruik blijft het stroomverbruik constant. Lichte schommelingen zijn afhankelijk van
de kwaliteit van het transportmedium. Aan de hand van het stroomverbruik kunnen beschadigin-
gen en/of defecten aan loopwiel/propeller, lagers en/of motor vroegtijdig herkend en verholpen
worden. Hierdoor kan grote schade grotendeels vermeden worden en wordt het risico van het volle-
dig uitvallen van de installatie verlaagd.
Om de isolatieweerstand te controleren moet de stroomkabel afgeklemd worden. Daarna kan met
een isolatietester (meet-gelijkspanning is 1000volt) de weerstand worden gemeten. De minimale
waarden zijn:
Bij de eerste ingebruikneming mag de isolatieweerstand niet lager zijn dan 20megaohm. Bij latere
metingen moet de waarde groter zijn dan 2megaohm.
Isolatieweerstand te laag: er kan vocht in de kabel en/of motor gedrongen zijn.
Machine niet meer aansluiten, raadpleeg de fabrikant!
De stroomkabels moeten op bellen, scheuren, krassen, schuurplekken en/of drukplaatsen gecon-
troleerd worden. Wordt er schade vastgesteld, dan moet de beschadigde stroomkabel onmiddellijk
vervangen worden.
De kabels mogen alleen door de fabrikant of een geautoriseerde resp.
gecertificeerde servicedienst worden vervangen. De machine mag pas
opnieuw in gebruik worden genomen nadat de schade op deskundige
wijze is verholpen!
Er moet gecontroleerd worden of de toebehoren, zoals bijv. inhanginrichtingen, takels e.d. goed zijn
bevestigd. Losse en/of defecte toebehoren moeten direct worden gerepareerd of vervangen.
Bewakingsinrichtingen zijn bijv. temperatuursensoren in de motor, dichtingsruimtecontrole, motor-
veiligheidsrelais, overspanningsrelais, enz.
Motorveiligheids-, overspanningsrelais en andere uitschakelmechanismen kunnen voor testdoel-
einden over het algemeen handmatig worden geactiveerd.
Om de dichtingsruimtecontrole of de temperatuursensoren te controleren moet de machine afge-
koeld zijn tot de omgevingstemperatuur en de elektrische aansluitleiding van de bewakingsinrich-
ting in de schakelkast afgeklemd worden. Met een ohmmeter kan dan de bewakingsinrichting
worden gecontroleerd. De volgende waarden moeten worden gemeten:
Bimetaalsensor: waarde gelijk aan „0" - doorgang
PTC-weerstandsensor: een PTC-weerstandsensor heeft een koudeweerstand tussen 20 en
100ohm. Bij 3 sensoren in serie zou dat een waarde van 60 tot 300ohm opleveren.
PT 100-sensor: PT 100-sensoren hebben bij 0°C een waarde van 100ohm. Tussen 0°C en 100°C
wordt deze waarde per 1°C met 0,385ohm verhoogd. Bij een omgevingstemperatuur van 20°C ont-
staat een waarde van 107,7ohm.
Dichtingsruimtecontrole: De waarde moet tegen „oneindig" liggen. Lage waarden kunnen zijn ver-
oorzaakt door water in de olie zijn. Neem ook de aanwijzingen van het optioneel verkrijgbare evalu-
atierelais in acht.
Raadpleeg bij grotere afwijkingen de fabrikant!
De controle van de veiligheids- en bewakingsinrichtingen van de hulptakel vindt u in de betref-
fende gebruikshandleiding.
E:\shares\Baprod\BA\subtec_m\contractor\nl\maintenance.fm
Onderhoud
15000 bedrijfsuren of uiterlijl
na 5 jaar
Onderhoudswerkzaam-
heden
Controle van het stroomver-
bruik en de spanning
Isolatieweerstand controleren
Visuele controle van de
stroomkabel
Visuele controle toebehoren
Functiecontrole van de veilig-
heids- en bewakingsinrichtin-
gen
7-3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave