7
Ingebruikneming
7.10.6
Uitvoering van een strooitest vanaf werkbreedte 36 m
Overeenkomstig de schets alle 9 de opvangschalen op gelijkmatige afstand
opstellen. Telkens 1 opvangschaal in het midden van het machine-pand, in
de overlappingszone en in het midden daartussen, opstellen.
Afb. 7.27: Dwarsverdeling
Afzonderlijke opvangschalen horizontaal opstellen. Schuin staande opvang-
schalen kunnen tot meetfouten leiden.
De montagehoogte van de strooier overeenkomstig de gegevens in de strooi-
tabel op de linker en de rechter strooierzijde hetzelfde instellen. Denk er aan,
dat de montagehoogte op de bovenkant van de opvangschalen betrekking
heeft.
De volledigheid en de toestand van de verdeelorganen (strooischijven, strooi-
schoepen, uitloop) controleren.
Afdraaiproef uitvoeren en doseerschuiven links en rechts hetzelfde instellen
en arreteren. Strooitest met de voor het gebruik berekende openingsstand
uitvoeren. Als het meststofvolume in de opvangschalen verhoogd moet wor-
den, dan wordt de passage herhaald en wordt niet de openingsstand gewij-
zigd. Rijsnelheid tussen 3 - 4 km/h kiezen, om tractor en strooier rustig te
houden.
Door rijsporen na elkaar rijden. Daarbij doseerschuiven ca. 10 m vóór de op-
vangschalen openen en ca. 40 m daarna weer sluiten. Mocht de opgevangen
hoeveelheid te klein zijn, dan de passage herhalen.
De inhoud van de opvangschalen vanaf de linkerzijde in de meetbuizen gie-
ten. De kwaliteit van de dwarsverdeling kan op de 9 kijkglazen eenvoudig
worden afgelezen. Bij gebruik van 9 meetpunten dient u de twee eerste
schaalwaarden van de meetbuizen te noteren.
70
1/4x
1/4x
1/2x
1/2x
x
AANWIJZING