Normaal strooien in resp. uit de wendakker-machinepanden
Denk er aan om tijdens het verder strooien in het veld na het strooien in de wend-
akker-machinepanden:
het grensstrooibedrijf uit te schakelen.
Afb. 7.19: Normaal strooien
[A] Einde van het strooivak tijdens het strooien in de wendakker-machinepanden
[E] Einde van het strooivak tijdens het strooien op het veld
[T] Wendakker-machinepanden
[X] Werkbreedte
De doseerschuiven dienen tijdens het heen en weer rijden op verschillende af-
standen tot de perceelsgrens van de wendakker gesloten resp. geopend te wor-
den.
Heenrit van de wendakker-machinepanden
Doseerschuif openen, wanneer aan de volgende voorwaarde is voldaan:
-
het einde van het strooivak op het veld [E] ligt op ongeveer een halve werk-
breedte + 4 tot 8 m verwijderd van de perceelsgrens van de wendakker.
De tractor bevindt zich naargelang de strooibreedte van de meststof dan verschil-
lend ver in het veld.
Terugrit in de wendakker-machinepanden
Doseerschuiven zo laat mogelijk sluiten.
-
Idealerwijze dient het einde van het strooivak op het veld [A] ca. 4 tot 8 m
verder te komen liggen dan de werkbreedte [X] van de wendakker.
-
Dit kan volgens de strooibreedte van de meststof en werkbreedte niet
meer worden bereikt.
Alternatief kan over de wendakker-machinepanden uitgereden worden of kan
een 2de wendakker-machinepand worden aangelegd.
Bij het in acht nemen van deze aanwijzing garandeert u een milieuvriendelijke en
onkostenbewuste werkwijze.
Ingebruikneming
7
59