7
Ingebruikneming
7.10
Instellingen bij niet vermelde meststoffen
De instellingen voor niet in de strooitabel vermelde meststoffen kunnen met de
praktijk-testset (speciale uitrusting) worden berekend.
Voor een snelle controle van de strooierinstellingen adviseren wij de opstelling
voor een passage.
Voor een meer nauwkeurige berekening van de strooierinstellingen adviseren
wij de opstelling voor drie passages.
7.10.1
Voorwaarden en omstandigheden
De vermelde voorwaarden en omstandigheden gelden zowel voor één als voor
drie passages.
Let in het belang van zo veel mogelijk onvervalste resultaten op het aanhouden
van deze voorwaarden.
Test op een droge, windstille dag uitvoeren, zodat de weersomstandighe-
den het resultaat niet beïnvloeden.
Als testoppervlak adviseren wij een in beide richtingen horizontaal terrein.
(breedte 3 x de afstand van het machinepand, lengte ca. 60 - 70 m)
Test ofwel op een vers gemaaide weide ofwel bij laag gewasbestand (max.
10 cm) op het veld uitvoeren en er daarbij op letten, dat de 3 rijsporen even-
wijdig verlopen. Bij het uitvoeren zonder gemaakte machinepanden moeten
de rijsporen met de bandenmaat gemeten worden of met maatstokken wor-
den aangeduid.
De 3 rijsporen mogen geen diepe inzinkingen of verhogingen hebben, om-
dat daardoor een verschuiving van het strooibeeld kan optreden.
Afb. 7.21: Opstelling van de opvangschalen
De opvangschalen horizontaal opstellen. Schuin staande opvangschalen
kunnen tot meetfouten leiden
62
AANWIJZING
(afbeelding
7.21).