9
Onderhoud en reparatie
9.5
Toestand strooischijfnaaf controleren
De strooischijfnaaf moet precies onder het roerwerk gecentreerd zijn.
Afb. 9.7:
Voorwaarden:
De strooischijven zijn uitgebouwd.
Centrering controleren:
1. Centrering strooischijfnaaf en roerwerk met passend hulpmiddel controleren
(bijv. liniaal, hoekmeetinstrument).
Wanneer deze tolerantie wordt overschreden, dient u contact op te nemen met
uw dealer, resp. uw vakwerkplaats.
Afstand controleren:
2. Afstand bovenkant strooischijfnaaf tot onderkant van het roerwerk meten.
Wanneer deze tolerantie wordt overschreden, dient u contact op te nemen met
uw dealer, resp. uw vakwerkplaats.
94
_ + 2 mm
136,5
Toestand strooischijfnaaf controleren
De assen van de strooischijfnaaf en het roerwerken moeten op één lijn
staan. Ze mogen maximaal 2 mm van elkaar afwijken.
De afstand moet 136,5 mm bedragen (toegelaten tolerantie ± 2 mm).
< 2 mm