3
Veiligheid
3.7
Hydraulische installatie
De hydraulische installatie staat onder hoge druk.
Onder druk vrijkomende vloeistoffen kunnen ernstige lichamelijke letsels veroor-
zaken en het milieu schaden. Om gevaren te vermijden dient u er op te letten dat:
de maximaal toegelaten bedrijfsdruk nooit mag worden overschreden.
Maak de hydraulische installatie vóór alle onderhoudswerken drukloos. Zet
de motor van de tractor af en beveilig deze tegen opnieuw inschakelen.
Draag bij het zoeken naar lekkages altijd een veiligheidsbril en bescher-
mende handschoenen.
Zoek bij lichamelijke letsels met hydraulische olie onmiddellijk een arts op,
omdat er ernstige infecties kunnen ontstaan.
Let er bij het aansluiten van de hydraulische slangen aan de tractor op, dat
de hydraulische installatie zowel met betrekking tot de tractor evenals tot de
strooier drukloos is.
Verbind de hydraulische slangen van tractor- en strooierhydraulica uitsluitend
met de voorgeschreven aansluitingen.
Vermijd verontreinigingen van het hydraulisch circuit. Hang de koppelingen
uitsluitend in de daarvoor voorziene houders. Maak de verbindingen schoon
vóór het koppelen.
Controleer de hydraulische componenten en hydraulische slangleidingen re-
gelmatig op mechanische defecten, bijv. snij- en schuurplaatsen, kneuzin-
gen, knikken, scheurvorming, porositeit, enz.
Ook bij correcte opslag en toegelaten belasting zijn slangen en slangverbin-
dingen onderhevig aan natuurlijke veroudering. Daardoor is de opslagduur en
de gebruiksduur er van beperkt.
De gebruiksduur van de slangleiding mag 6 jaren, met inbegrip van een eventu-
ele opslagtijd van ten hoogste 2 jaren, niet overschrijden.
De productiedatum van de slangleiding staat vermeld op de slangarmatuur in da-
tum en jaar.
Laat de hydraulische leidingen bij beschadigingen/veroudering vervangen.
De vervangende slangleidingen moeten aan de technische vereisten van de
fabrikant van het apparaat voldoen. Let vooral op de verschillende maximale-
drukgegevens van de te vervangen hydraulische leidingen.
10