INSTALLATIE
9.3
Wateraansluiting
Materiële schade
!
Voer alle werkzaamheden voor wateraansluiting en installatie uit conform de voorschriften.
Materiële schade
!
Het toestel kan defect raken.
» Let erop dat de wateraansluitingen niet worden omgewisseld.
» Stel het doorstroomvolume in (zie handleiding van de kraan). Let op het maximaal
toegelaten doorstroomvolume bij volledig geopende kraan (zie hoofdstuk "Installatie
/ Technische gegevens / Gegevenstabel").
» Gebruik alleen drukkranen in combinatie met het veiligheidsventiel.
» Neem de maximaal toegelaten druk in acht (zie hoofdstuk "Installatie / Technische gegevens
/ Gegevenstabel").
» Stem de kleurcode van de kraan-wateraansluitingen en van het toestel op elkaar af:
- Rechts blauw = "Koudwatertoevoer"
- Links rood = "Warmwateruitloop"
» Schroef de wateraansluitingen van de kraan vast aan het toestel.
Info
Let op dat de waterleidingen bij het monteren niet geknikt worden. Zorg ervoor dat er
tijdens de inbouw geen trekspanningen ontstaan.
9.4
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitingen en installatie uit conform de
voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
Bij vaste aansluiting op het elektriciteitsnet via een aansluitdoos moet het toestel met een
afstand van minstens 3 mm op alle polen van het elektriciteitsnet kunnen losgekoppeld
worden.
WAARSCHUWING elektrische schok
Zorg ervoor dat het toestel is aangesloten op de aardleiding.
Materiële schade
!
De op het typeplaatje aangegeven spanning moet overeenkomen met de desbetreffende
netspanning.
» Houd rekening met de gegevens op het typeplaatje.
De volgende elektrische aansluitingen zijn mogelijk:
Aansluiting op een vrij toegankelijk,
geaard stopcontact met overeenkom-
stige stekker
Vaste aansluiting aan een contact-
doos met aarding
12
EO 10 klassik
X
X
NL
EO 15 P
X
X