BEDIENING
3
TOESTELBESCHRIJVING
Het toestel houdt de waterinhoud permanent op de ingestelde temperatuur gereed. Het toestel wordt
automatisch ingeschakeld zodra de temperatuur in het toestel onder de ingestelde waarde daalt.
Afhankelijk van het seizoen leveren verschillende koudwatertemperaturen verschillende maximale meng-
watervolumes en uitloopvolumes.
Info
De installateur kan een temperatuurbegrenzing op het toestel instellen (zie "Installatie
/ Instellingen / Temperatuurbegrenzing instellen").
Info
Het toestel staat onder druk van de waterleiding. Wanneer de boiler verwarmd wordt,
neemt het watervolume toe. Het expansiewater druipt dan af door het veiligheidsventiel.
Dit is een noodzakelijk en normaal proces.
3.1
Instellingen
U kunt de gewenste uitlooptemperatuur van het warm water traploos instellen met de temperatuurinstel-
knop. Het signaallampje "Opwarmen" brandt tijdens het opwarmproces.
1
Temperatuurinstelknop
2
Signaallampje "Opwarmen"
Bepaald door het systeem kunnen de temperaturen afwijken van de gevraagde waarde.
*
=
Koud. In deze stand is het toestel tegen vorst beschermd. De kraan, de waterleidingen en het
veiligheidsventiel zijn niet beschermd.
MAX =
Maximale insteltemperatuur
1
2
NL
7