INSTALLATIE
9
MONTAGE
9.1
Montage van het toestel
» Teken de boorgaten af op de wand (zie hoofdstuk "Installatie / Technische gegevens / Afmetingen
en aansluitingen").
» Boor de gaten en plaats de juiste pluggen.
» Bevestig de wandbevestiging met de juiste schroeven.
» Hang het toestel aan de wandbevestiging.
Info
U kunt de overtollige aansluitkabel in de kabelopberging plaatsen.
9.2
Montage van het veiligheidsventiel
» Installeer het veiligheidsventiel in de koudwatertoevoerleiding van het toestel.
» Dimensioneer de afvoerleiding zodanig dat het water bij volledig geopend veiligheidsventiel ongehin-
derd afgevoerd kan worden.
» Monteer de afvoerleiding van het veiligheidsventiel met een constante afwaartse helling in een vorst-
vrije ruimte.
» De afvoerleiding van het veiligheidsventiel moet aan de atmosfeerzijde geopend blijven.
» Bouw bij een voedingsdruk > 0,48 MPa voor het veiligheidsventiel een reduceerventiel in in de
koudwatertoevoerleiding.
NL
11