●
Gebruik geen afdrukmateriaal dat alleen voor inkjetprinters is ontworpen. Gebruik
afdrukmateriaal dat voor LaserJet-kleurenprinters is ontworpen.
●
Gebruik geen briefhoofdpapier dat is bedrukt met inkt van lage temperatuur, zoals de inkt die
wordt gebruikt voor sommige soorten thermografie.
●
Gebruik geen briefhoofdpapier met reliëfdruk.
●
De toner wordt op het papier aangebracht onder invloed van hitte en een verhoogde druk.
Controleer of voor gekleurd papier of voorbedrukte formulieren gebruik wordt gemaakt van inkt
die geschikt is voor deze fusertemperatuur (210° C gedurende 0,2 seconde).
VOORZICHTIG
van de printer te voorkomen.
Problemen met het afdrukmateriaal oplossen
De volgende problemen met papier veroorzaken afwijkingen van de afdrukkwaliteit, papierstoringen
of zelfs beschadiging van de printer.
Probleem
Slechte afdrukkwaliteit of toner hecht
niet goed
Weggevallen gedeelten, vastlopen of
krullen
Sterke krulling
Vastlopen, beschadiging van de printer
Problemen met invoeren
NLWW
Houd u aan de genoemde richtlijnen om papierstoringen of beschadiging
Oorzaak
Het papier is te vochtig, te ruw, te
zwaar of te glad, of het betreft
reliëfpapier of een slechte partij papier.
Het papier is niet op de juiste wijze
geplaatst.
De zijden van het papier wijken af ten
opzichte van elkaar.
Het papier is te vochtig, heeft de
verkeerde vezelrichting of een korte
vezelconstructie.
De zijden van het papier wijken ten
opzichte van elkaar af.
Het papier heeft uitsparingen of
perforaties.
Het papier heeft onregelmatige randen.
De zijden van het papier wijken ten
opzichte van elkaar af.
Het papier is te vochtig, te ruw, te
zwaar of te glad, of het betreft
reliëfpapier of een slechte partij papier.
Oplossing
Controleer of het juiste afdrukmateriaal
is geselecteerd in de printerdriver.
Probeer een andere papiersoort,
tussen 100 en 250 Sheffield, met een
vochtgehalte van 4 tot 6%.
Bewaar het papier plat in het
vochtwerende verpakkingsmateriaal.
Keer het papier om.
Controleer of het juiste afdrukmateriaal
is geselecteerd in de printerdriver.
Probeer opnieuw af te drukken op
materiaal uit een nieuwe of andere
verpakking.
Gebruik papier met een lange korrel.
Keer het papier om.
Gebruik papier zonder uitsparingen of
perforaties.
Gebruik papier van hoge kwaliteit voor
kleurenlaserprinters.
Keer het papier om.
Probeer een andere papiersoort,
tussen 100 en 250 Sheffield, met een
vochtgehalte van 4 tot 6%.
Gebruik papier met een lange korrel.
Afdrukproblemen
167