Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ip-Parameters Configureren; Dynamic Host Configuration Protocol (Dhcp); Bootp; Subnetten - HP Color LaserJet 2605 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Tabel 8-6
Kenmerken van netwerkklassen
Klasse
A
B
C

IP-parameters configureren

Op de printer kunnen TCP/IP-configuratieparameters (zoals IP-adres, subnetmasker en
standaardgateway) worden geconfigureerd. De waarden kunnen handmatig worden geconfigureerd
(bijvoorbeeld via Telnet, de geïntegreerde webserver, de opdrachten 'arp' en 'ping' en
beheersoftware van HP) of ze kunnen steeds automatisch worden gedownload met DHCP of
BOOTP wanneer de printer wordt ingeschakeld.
Wanneer een nieuwe printer na het inschakelen geen geldig IP-adres bij het netwerk kan verkrijgen,
wordt automatisch een standaard-IP-adres toegewezen. Het standaard-IP-adres hangt af van het
type netwerk waarop de printer is aangesloten. Op een klein particulier netwerk wordt de
zogenoemde link-local adresseringstechniek gebruikt om een uniek IP-adres toe te wijzen. Dit adres
ligt in het bereik van 169.254.1.0 tot 169.254.254.255 en zou geldig moeten zijn. Op een omvangrijk
netwerk of een bedrijfsnetwerk wordt het tijdelijke adres 192.0.0.192 toegewezen totdat een specifiek
adres voor het netwerk is geconfigureerd. Het IP-adres dat op de printer is geconfigureerd, is te
vinden op de configuratiepagina van de printer.

Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP)

Met DHCP kan een groep apparaten gebruikmaken van een verzameling IP-adressen die wordt
beheerd door een DHCP-server. Het apparaat of de host verstuurt een verzoek naar de server.
Wanneer er een IP-adres beschikbaar is, wijst de server dit adres toe aan dat apparaat.

BOOTP

BOOTP is een bootstrap-protocol dat wordt gebruikt voor het downloaden van
configuratieparameters en hostgegevens van een netwerkserver. BOOTP maakt voor transport
gebruik van UDP. Apparaten moeten als client via het bootstrap-protocol BOOTP met hun server
communiceren om te kunnen opstarten en configuratie-informatie in het RAM te laden.
Om het apparaat te configureren, verzendt de client een boot-aanvraagpakket dat ten minste het
hardwareadres van het apparaat bevat (hardwareadres van printer). De server antwoordt met een
boot-antwoordpakket met de informatie die het apparaat nodig heeft voor de configuratie.

Subnetten

Wanneer er een IP-netwerkadres voor een bepaalde netwerkklasse aan een organisatie wordt
toegewezen, worden er geen voorbereidingen getroffen voor meer dan een netwerk op die locatie.
Lokale netwerkbeheerders gebruiken subnetten om een netwerk onder te verdelen in een aantal
verschillende subnetwerken. Wanneer een netwerk in subnetten wordt verdeeld, kan dit leiden tot
betere prestaties en een beter gebruik van de beperkte netwerkadresruimte.
NLWW
Kenmerken van
Adresbereik
netwerkklassen
0
0.0.0.0 tot en met
127.255.255.255
10
128.0.0.0 tot en met
191.255.255.255
110
192.0.0.0 tot en met
223.255.255.255
Maximum aantal
Maximum aantal
netwerken in de
hosts in het netwerk
klasse
126
Meer dan 16 miljoen
16,382
65,534
Meer dan 2 miljoen
254
TCP/IP
91

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Color laserjet 2605dnColor laserjet 2605dtn

Inhoudsopgave