3
Veiligheid
3.4.3
Ongevallenpreventie
De veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften zijn in ieder land wettelijk ge-
regeld. Voor het naleven van de in het desbetreffende land geldende voorschrif-
ten is de exploitant van de machine verantwoordelijk.
Neem bovendien nog goed nota van de volgende aanwijzingen:
Laat de machine nooit zonder toezicht werken.
Tijdens het werk en het transport mag de machine geenszins worden beklom-
men (meerijverbod).
Gebruik de onderdelen van de machine niet als hulp bij het opstappen.
Draag geen wijde kleding. Vermijd werkkleding met riemen, franjes of andere
delen die zich ergens vast zouden kunnen haken.
Let bij de omgang met chemicaliën op de waarschuwingen van de desbetref-
fende fabrikant. Mogelijkerwijze moet u een persoonlijke veiligheidsuitrusting
(PVU) dragen.
3.5
Aanwijzingen voor de gebruiksveiligheid
Om gevaarlijke situaties te voorkomen mag de machine alleen worden gebruikt
als deze gebruiksveilig is.
3.5.1
De machine afkoppelen en parkeren
Parkeer de machine op een horizontale, stevige ondergrond.
Ga voor het afkoppelen na of de machine gezekerd is tegen kantelen en wegrollen.
Is de parkeerrem aangetrokken?
Is de steunvoet omlaaggeklapt?
Zijn de wielen gezekerd met blokken?
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk
len, pagina 111
3.5.2
De machine vullen
Koppel de machine aan de trekker voordat u de machine vult.
Vul de machine uitsluitend bij stilstaande trekker. Verwijder de contactsleutel
om te voorkomen dat de motor gestart kan worden.
Voorkom eenzijdige belastingen van de as door ongelijk laden van de machine.
Gebruik geschikte hulpmiddelen voor het vullen (bv. laadschop, transport-
schroef).
Neem absoluut het toegestane totaalgewicht in acht. Controleer het vulpeil in
de bak.
Alleen met meststrooier AXIS-PowerPack: vul de machine alleen met ge-
monteerde vulzeef in de AXENT-bak. U voorkomt zo storingen tijdens het
strooien en schade door klonterend strooimiddel of door vreemde voorwerpen.
8
7.7: Machine parkeren en ontkoppe-