Radical-7
referentiemetingen
afgeraden omdat er een dilutie-effect optreedt in de extra gasstromen,
omdat het niet mogelijk is zowel de nasale als de orale luchtstroom te meten
en omdat de neuscanule verkeerd kan worden geplaatst. Controleer tijdens
het registreren van de waarden of er SIQ-berichten worden weergegeven op
het apparaat.
Hieronder ziet u enkele suggesties voor het handmatig meten van de
ademhalingsfrequentie:
•
Luister met een stethoscoop 60 seconden naar de ademhaling
en tel elke ademhalingscyclus als één ademhaling.
•
Als alternatief voor de stethoscoop: tel gedurende 60
seconden hoe vaak de borst van de patiënt omhoog komt (dit
telt als één ademhaling). Registreer de handmatig
vastgestelde ademhalingsfrequentie, om deze te vergelijken
met de RRa.
Pas voor zover nodig de pauze-instellingen van de
ademhalingsfrequentie aan; de standaardinstelling is 30 seconden (andere
mogelijke instellingen zijn: 15, 20, 25, 30, 35 of 40 seconden).
Documenteer de relevante gebeurtenissen, zoals activiteit van de
patiënt of voorvallen in de omgeving, en noteer ook het tijdstip ervan (op
basis van de klok van de computer). Let op gebeurtenissen die de prestaties
kunnen beïnvloeden, zoals:
•
Praten van de patiënt, de patiënt die aan de sensor of de
neuscanule pulkt, bovenmatige beweging, omgevingsgeluiden
of luchtstromen (bijvoorbeeld van een ventilator) die op de
sensor zijn gericht
Onjuiste metingen kunnen worden veroorzaakt door:
•
Excessieve omgevingsgeluiden (spreken van de patiënt,
kamergeluiden)
•
Onjuiste plaatsing van de sensor
•
Losgeraakte kabel
•
Beweging, pulken of een luchtstroom op de sensor
www.masimo.com
Bijlage: aanbevolen procedures voor vergelijking met
182
Masimo