Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT 5000 FLUX Bedieningshandleiding pagina 80

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT 5000 FLUX:
Inhoudsopgave

Advertenties

Er kan ook een waarschuwingssignaal worden
geprogrammeerd via één van de digitale uitgangen. In
dit geval wordt het signaal voor zowel warning als voor
trip gegeven (waarschuwing thermische beveiliging).
129 Externe motorventilator
(MOTOR EXTERN FAN)
Waarde:
No (NO)
Yes (YES)
Functie:
Deze parameter vertelt de VLT frequentie-omvormer
of er een ventilator met externe luchttoevoer
op de motor gemonteerd is (externe ventilatie)
en er bij lage snelheden dus geen reductie van
het motorvermogen nodig is.
Beschrijving van de keuze:
Indien Yes [1]geselecteerd wordt, wordt de grafiek
op onderstaande afbeelding gevolgd indien de
motorfrequentie lager is. Indien de motorfrequentie
hoger is, zal de tijd nog steeds gereduceerd worden,
alsof er geen ventilator geïnstalleerd is.
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort.
MG.55.A4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
5000 FLUX
130 Startsnelheid
(START SPEED)
Waarde:
0.0 - 600 rpm
Functie:
Met deze parameter kan de uitgangssnelheid waarbij
de motor moet starten, worden ingesteld.
De uitgangssnelheid 'springt' naar de ingestelde
waarde. Deze parameter kan worden gebruikt voor
hijstoepassingen (motoren met een conisch anker).
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste startsnelheid in.
Er wordt aangenomen dat de startfunctie in
parameter 121 is ingesteld op [3], [4] of [5] en dat de
startvertragingstijd is ingesteld in parameter 120; er
moet ook een referentiesignaal aanwezig zijn.
[0]
[1]
131 Startstroom
(INITIAL CURRENT)
Waarde:
0.0 - parameter 105
Functie:
Bepaalde motoren, bijvoorbeeld schuifankermotoren,
hebben extra stroom/startsnelheid (boost) nodig bij het
starten om de mechanische remkracht te deactiveren.
Gebruik hiervoor de parameters 130/131.
Beschrijving van de keuze:
Voer de waarde in die nodig is voor het deactiveren
van de mechanische rem.
Er wordt aangenomen dat de startfunctie in
parameter 121 is ingesteld op [3] of [4] en dat de
startvertragingstijd is ingesteld in parameter 120; er
moet ook een referentiesignaal aanwezig zijn.
0.0 rpm
0.0 Amp
75

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave