te verkrijgen gedurende de startvertraging. De motor
zal altijd in de referentierichting draaien.
Als het referentiesignaal gelijk is aan nul (0), zal
parameter 130 Start speed worden genegeerd en
zal de uitgangssnelheid gelijk zijn aan nul (0). De
uitgangsspanning zal overeenkomen met de instelling
van de startstroom in parameter 131 Start current.
Selecteer Start/speed clockwise [5] om alleen de
in parameter 130 Start speed beschreven functie
te verkrijgen gedurende de startvertraging. De
startstroom zal automatisch worden berekend.
Merk op dat deze functie de startsnelheid alleen
gedurende de startvertraging gebruikt.
Ongeacht de waarde die wordt ingesteld door
het referentiesignaal, zal de uitgangssnelheid
overeenkomen met de instelling van de
startsnelheid in parameter 130.
Start speed/current clockwise [3] en start
speed clockwise [5] worden standaard gebruikt
voor hijstoepassingen. Start speed/current in
reference direction [4] wordt met name gebruikt
in toepassingen met contragewicht.
122 Functie bij stop
(FUNCTION AT STOP)
Waarde:
Vrijloop (COAST)
DC-stilstand (DC-HOLD)
Motorcontrole (MOTOR CHECK)
Premagnetisering (PREMAGNETIZING)
Functie:
Met deze parameter wordt de functie van
de frequentie-omvormer geselecteerd na een
stopcommando of wanneer de frequentie is uitgelopen
naar de instellingen van parameter 123.
Beschrijving van de keuze:
Selecteer Coasting [0]. De frequentie-omvormer
laat de motor in vrije modus.
Selecteer DC hold [1] om de in parameter 124
ingestelde DC-stilstandstroom te activeren.
Selecteer Motor check [2] indien de
frequentie-omvormer moet controleren of er al
dan niet een motor is aangesloten.
Selecteer Pre-magnetizing [3]. Het magnetische
veld in de motor wordt opgebouwd terwijl de motor
gestopt blijft. Zo kan de motor bij het starten
zo snel mogelijk koppel produceren.
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort.
MG.55.A4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
5000 FLUX
123 Min.snelheid voor activering van
functie bij stop
(MIN.F. FUNC.STOP)
Waarde:
0 - 600 rpm
Functie:
Met deze parameter wordt de snelheid ingesteld
waarbij de functie, die is geselecteerd in parameter
122, moet worden geactiveerd.
Beschrijving van de keuze:
Voer de gewenste snelheid in.
124
DC-stilstandstroom
(DC-HOLD CURRENT)
Waarde:
0 - 100%
Functie:
DC-stilstandstroom wordt gebruikt om de
motorfunctie (stilstandskoppel) te handhaven of
om de motor voor te verwarmen .
NB!:
De maximale waarde is afhankelijk van
de nominale motorstroom.
[0]
Beschrijving van de keuze:
[1]
[2]
Deze parameter kan alleen worden gebruikt indien in
[3]
parameter 121 of 122 DC hold [1] is geselecteerd.
Stel Holding current in als een procentuele waarde
in verhouding tot de nominale motorstroom I
die is ingesteld in parameter 105.
100% DC-stilstandstroom komt overeen met I
Waarschuwing: een belasting van 100 %
gedurende langere tijd kan beschadiging
van de motor tot gevolg hebben.
125 DC-remstroom
(DC BRAKE CURRENT)
Waarde:
0 - 160%
Functie:
Deze parameter dient voor het instellen van de
DC-remstroom wanneer een stopcommando wordt
toegepast. De functie wordt geactiveerd wanneer
0 rpm
50 %
M,N
M,N.
50 %
73