Automatische reset x 4 (AUTOMATIC X 4)
Automatische reset x 5 (AUTOMATIC X 5)
Automatische reset x 6 (AUTOMATIC X 6)
Automatische reset x 7 (AUTOMATIC X 7)
Automatische reset x 8 (AUTOMATIC X 8)
Automatische reset x 9 (AUTOMATIC X 9)
Automatische reset x 10 (AUTOMATIC X 10)
Reset bij inschakelen (RESET POWER UP)
Functie:
Met deze parameter kan men bepalen welke
resetfunctie wordt gebruikt na een uitschakeling.
Na de reset kan de frequentie-omvormer
opnieuw worden gestart.
Beschrijving van de keuze:
Indien Manual reset [0] wordt geselecteerd, moet
de reset worden uitgevoerd met behulp van de
[RESET]]-toets of de digitale ingangen.
Indien de frequentie-omvormer na een uitschakeling
een automatische reset uit moet voeren (1-10 maal),
dient men datawaarde [1]-[10] te kiezen.
Indien Reset at power-up [11] wordt geselecteerd
zal de frequentie-omvormer worden gereset
bij een netstoring.
NB!:
De interne AUTOMATIC RESET-teller wordt
10 minuten, nadat de eerste AUTOMATISCH
RESET heeft plaatsgevonden, gereset.
Waarschuwing: de motor kan onverwachts
zonder waarschuwing starten.
406 Automatische herstarttijd
(AUT RESTART TIME)
Waarde:
0 - 10 sec.
Functie:
Met deze parameter kan men de tijd instellen
van de uitschakeling tot het begin van de
automatische resetfunctie.
Er wordt aangenomen dat in parameter 405
automatische reset geselecteerd is.
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste tijd in.
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort.
106
®
VLT
5000 FLUX
407 Netstoring
[4]
[5]
(MAINS FAILURE)
[6]
Waarde:
[7]
Geen functie (NO FUNCTION)
[8]
Bestuurde uitlooptijd
[9]
(CONTROL RAMP DOWN)
[10]
Bestuurde uitlooptijd en uitschakeling
[11]
(CTRL. RAMP DOWN-TRIP)
Vrijloop (COASTING)
Kinetische backup (KINETIC BACKUP)
Functie:
Met de functie MAINS FAILURE is het mogelijk
de belasting naar 0 rpm te laten uitlopen als de
netvoeding naar de frequentie-omvormer uitvalt.
In parameter 450 Mains voltage during mains fault
moet de spanningslimiet worden ingesteld waarop
de netstoringsfunctie actief moet zijn.
Deze functie kan ook worden geactiveerd door Mains
failure inverted op een digitale ingang te selecteren.
Wanneer Kinetic backup [4] is geselecteerd, wordt de
uitloopfunctie in parameters 206-212 gedeactiveerd.
Beschrijving van de keuze:
Selecteer No function [0] indien deze functie
niet vereist is. Als Controlled ramp-down [1] is
geselecteerd, loopt de motor uit via de snelle stop
uitlooptijd die in parameter 212 is ingesteld. Als
de netspanning tijdens het uitlopen wordt hersteld,
start de frequentie-omvormer opnieuw op. Als
Controlled ramp-down trip [2] is geselecteerd,
loopt de motor uit via de snelle stop uitlooptijd
die in parameter 212 is ingesteld.
Bij 0 rpm schakelt de frequentie-omvormer uit (ALARM
36, netstoring). Als de netspanning tijdens het uitlopen
wordt hersteld, gaat de frequentie-omvormer verder
met de snelle stop uitloop en schakelt uit. Als Coasting
[3] is geselecteerd, schakelt de frequentie-omvormer
de inverters uit en begint de motor vrij te lopen.
5 sec.
Parameter 445 Flying motor moet actief zijn, zodat de
frequentie-omvormer bij het herstel van de netvoeding
de motor kan opvangen en opnieuw starten.
Als Kinetic back-up [4] is geselecteerd, probeert de
frequentie-omvormer de energie van de belasting
te benutten om een constante tussenkringspanning
te behouden. Als de netspanning wordt hersteld,
start de frequentie-omvormer opnieuw op.
MG.55.A4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]