Waarschuwingen
Het display knippert tussen normale status en
waarschuwing. Een waarschuwing verschijnt
op de eerste en tweede regel van het display.
Zie de volgende voorbeelden:
NO MOTOR
WARN. 3
WAARSCHUWING 1
Under 10 Volts (10 VOLT LOW):
De spanning van 10 V van klem 50 op de
stuurkaart is minder dan 10 V.
Verwijder een deel van de belasting op klem
50, aangezien de voeding van 10 V overbelast
is. Max. 17 mA/min. 590
WAARSCHUWING/ALARM 2
Live zero fault (LIVE ZERO ERROR):
Het stroomsignaal op klem 60 is minder dan
50% van de ingestelde waarde in parameter
315 Terminal 60,min. scaling.
WAARSCHUWING/ALARM 3
No motor (NO MOTOR):
De motorcontrolefunctie (zie parameter 122) geeft
aan dat er geen motor is aangesloten op de
uitgang van de frequentie-omvormer.
WAARSCHUWING/ALARM 4
Phase fault (MAINS PHASE LOSS):
Een fase ontbreekt aan de voedingszijde of de
onbalans van de netvoeding is te hoog.
Deze melding kan ook verschijnen als er een fout is in
de ingangsgelijkrichter op de frequentie-omvormer.
Controleer de voedingsspanning en voedingsstromen
naar de frequentie-omvormer.
WAARSCHUWING 5
Voltage warning high
(DC LINK VOLTAGE HIGH):
De spanning in de tussenkring (DC) is hoger dan
de overspanningslimiet van het stuursysteem. De
frequentie-omvormer is nog steeds actief.
MG.55.A4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
SETUP
1
.
®
VLT
5000 FLUX
Alarmmeldingen
Het alarm verschijnt in de tweede en derde regel
van het display, zie de volgende voorbeelden:
TRIP (RESET)
ALARM:12
TORQUE LIMIT
WAARSCHUWING 6
Voltage warning low (DC LINK VOLTAGE LOW):
De spanning in de tussenkring (DC) is lager dan
de onderspanningslimiet van het stuursysteem. De
frequentie-omvormer is nog steeds actief.
WAARSCHUWING/ALARM 7
Overvoltage (DC LINK OVERVOLT):
Als de spanning in de tussenkring (DC) hoger is dan
de overspanningslimiet van de inverter (zie tabel),
wordt de frequentie-omvormer uitgeschakeld nadat de
tijd is verstreken die in parameter 410 is ingesteld.
Verder wordt de spanning in het display
weergegeven. De fout kan worden opgeheven
door een remweerstand aan te sluiten (als de
frequentie-omvormer over een geïntegreerde
remmodule beschikt, EB of SB) of door de gekozen
tijd in parameter 410 te verlengen. Daarnaast
kan in parameter 400 Brake function/overvoltage
control worden geactiveerd.
SETUP
1
129