Inhoudsopgave
Advertenties
Inschakeling bij draaiende motor
De functie inschakeling bij een draaiende motor
maakt het mogelijk een motor die niet langer
door de frequentieomvormer wordt bestuurd,
'op te vangen'. Deze functie kan via parameter
445 worden in- of uitgeschakeld.
Indien flying start is geselecteerd, zijn er vier situaties
waarin de functie wordt geactiveerd:
1. Na vrijloop via klem 27.
2. Na het opstarten.
3. Als de frequentieomvormer zich in status
van uitschakeling bevindt en er een
resetsignaal is gegeven.
1. Flying start is actief (parameter 445 [1]).
2. Flying start is actief (parameter 445 [1]).
De zoekprocedure voor de draaiende motor
is afhankelijk van Draairichting, bereik/richting
(parameter 200). Indien only clockwise is
geselecteerd, zal de frequentieomvormer zoeken vanaf
Maximumsnelheid (parameter 202) tot 0 rpm. Als de
frequentieomvormer de draaiende motor niet vindt
tijdens de zoekprocedure, zal de gelijkstroomrem
worden gebruikt om te proberen het toerental van
de draaiende motor op 0 rpm te brengen. Dit
vereist dat de DC-rem actief is via parameters 125
en 126. Indien Both directions is geselecteerd, zal
de frequentieomvormer eerst onderzoeken in welke
MG.55.A4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
5000 FLUX
richting de motor draait en vervolgens de snelheid
zoeken. Indien de motor niet wordt gevonden, neemt
het systeem aan dat de motor stilstaat of op een
lage snelheid draait, en de frequentieomvormer zal de
motor na het onderzoek op de normale wijze starten.
3. De frequentieomvormer wordt uitgeschakeld
en Flying start is actief.
NB!:
De huidige softwareversie 5.0 kan de
opvangfunctie alleen uitvoeren wanneer de
frequentieomvormer boven 300 rpm loopt.
Normaal/hoog overbelastingsregeling
Deze functie stelt de frequentie-omvormer in staat
een constant 100% koppel te leveren bij gebruik
van een één maat grotere motor.
De keuze tussen een normale of een hoge
overbelastingskoppelkarakteristiek wordt
gemaakt in parameter 101.
Indien een hoge koppelkarakteristiek wordt
gekozen, verkrijgt een nominale motor met de
frequentie-omvormer in zowel CT als VT gedurende
1 minuut een koppel van tot 160%. Als een
normale koppelkarakteristiek wordt gekozen, staat
een één maat grotere motor gedurende max. 1
minuut een koppel van max. 110% toe.
Wanneer men een normale koppelkarakteristiek kiest
voor een één maat grotere motor, levert dat het
voordeel op dat de frequentie-omvormer in staat zal
zijn constant een koppel van 100% te leveren, zonder
reductie als gevolg van een grotere motor.
NB!:
Deze functie kan niet worden gekozen voor
de VLT 5001-5006, 200-240 Volt en voor
de VLT 5001-5011, 380-500 Volt.
59
Advertenties
Inhoudsopgave
