De rem functioneert.
Remmen (LOCAL BRAKING):
De rem functioneert.
Remmen (MIXED BRAKING):
De rem functioneert.
Bediening aanloop/uitloop (REM. RAMPING):
Extern is geselecteerd in parameter 002 en de
uitgangssnelheid wordt gewijzigd volgens de
ingestelde aanloop-/uitlooptijden.
Bediening aanloop/uitloop (LOCAL RAMPING):
Lokaal is geselecteerd in parameter 002 en de
uitgangssnelheid wordt gewijzigd volgens de
ingestelde aanloop-/uitlooptijden.
Bediening aanloop/uitloop (MIXED RAMPING):
Lokaal is geselecteerd in parameter 002 en de
uitgangssnelheid wordt gewijzigd volgens de
ingestelde aanloop-/uitlooptijden.
Bedrijf, externe bediening (REM. RUN OK):
Externe bediening is geselecteerd in parameter
002 en een startcommando wordt gegeven op
klem 18 (START of LATCHED START in parameter
302), klem 19 (START REVERSE parameter
303) of via de seriële bus.
Bedrijf, lokale bediening (LOCAL RUN OK):
Lokale bediening is geselecteerd in parameter 002
en er is een LCP-startcommando gegeven.
Bedrijf, lokale bediening (MIXED RUN OK):
Lokale bediening is geselecteerd in parameter 002
en er is een startcommando gegeven op klem 19
(START REVERSE parameter 303).
VLT gereed, externe bediening (REM.
UNIT READY):
Externe bediening is geselecteerd in parameter
002 en Vrijloopstop omgekeerd in parameter
304, en er is 0 V op klem 27.
VLT gereed, lokale bediening (LOCAL
UNIT READY):
Lokaal is geselecteerd in parameter 002 en
hardwarevrijloop op klem 37 is 0 V.
VLT gereed, lokale bediening (MIXED
UNIT READY):
Lokaal is geselecteerd in parameter 002 en Vrijloop
omgekeerd in parameter 304, en er is 0 V op klem 27.
Snelle stop, externe bediening (REM. QSTOP):
Externe bediening is geselecteerd in parameter
002 en de frequentie-omvormer is gestopt via een
MG.55.A4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
5000 FLUX
signaal van snelle stop op klem 27 (of mogelijk
via de seriële communicatiepoort).
Snelle stop, lokaal (MIXED QSTOP):
Lokaal is geselecteerd in parameter 002 en de
frequentie-omvormer is gestopt via een signaal
van snelle stop op klem 27.
DC-stop, externe bediening (REM. DC STOP):
Externe bediening is geselecteerd in parameter
002 en de frequentie-omvormer is gestopt via een
DC-stopsignaal op een digitale ingang (of mogelijk
via de seriële communicatiepoort).
DC-remmen, lokaal (MIXED DC STOP):
Lokaal is geselecteerd in parameter 002 en
de frequentie-omvormer is gestopt via een
DC-remsignaal op klem 27.
Stop, externe bediening (REM. STOP):
Externe bediening is geselecteerd in parameter
002 en de frequentie-omvormer is gestopt via het
bedieningspaneel of een digitale ingang (of mogelijk
via de seriële communicatiepoort).
Stop, lokaal (LOCAL STOP):
Lokaal is geselecteerd in parameter 002
en de frequentie-omvormer is gestopt via
het bedieningspaneel.
Stop, lokaal (MIXED STOP):
Lokaal is geselecteerd in parameter 002 en
de frequentie-omvormer is gestopt via het
bedieningspaneel of de digitale ingang (of mogelijk
via de seriële communicatiepoort).
Standby (REM. STAND BY):
Externe bediening is geselecteerd in parameter
002. De frequentie-omvormer start wanneer deze
een startsignaal ontvangt via een digitale ingang
(of de seriële communicatiepoort).
Uitgang vasthouden (REM. FREEZE OUTPUT):
Externe bediening is geselecteerd in parameter 002
samen met Referentie vasthouden in parameter 300,
301, 305, 306 of 307, en de desbetreffende klem
(16, 17, 29, 32 of 33) is geactiveerd (of mogelijk
via de seriële communicatiepoort).
Jog-bediening, externe bediening
(REM.RUN JOG):
Externe bediening is geselecteerd in parameter
002 en Jog in parameter 300, 301, 305, 306
of 307, en de desbetreffende klem (16, 17,
29, 32 of 33) is geactiveerd (of mogelijk via
de seriële communicatiepoort).
125