Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functie Ontvochtiging; Testmodus Externe Groep; Functie Pump Down Externe Groep; Functie Puffer In Voorverwarming - Immergas MAGIS PRO 4 V2 Instructies

Inhoudsopgave

Advertenties

3.21 FUNCTIE ONTVOCHTIGING

De ontvochtiging kan worden uitgevoerd op grond van drie verschillende soorten apparaten:
1) Hygrostaat;
2) Vochtigheidssensor;
3) Zone-afstandsbediening.
In het eerste geval komt de regeltemperatuur in koeling overeen met:
- In geval van aanvraag ontvochtiging: maximale setpoint ingesteld voor de zone in aanvraag;
- In geval van aanvraag ontvochtiging en aanvraag koeling: setpoint ingesteld voor de zone in aanvraag.
In het tweede en derde geval komt de regeltemperatuur in koeling overeen met:
- In geval van aanvraag ontvochtiging: maximale setpoint ingesteld voor de zone in aanvraag;
- In geval van aanvraag ontvochtiging en aanvraag koeling: setpoint ingesteld voor de zone in aanvraag, maar beperkt naar beneden
door de berekende dauwtemperatuur.
De berekening van de dauwtemperatuur wordt alleen uitgevoerd voor afstellingen hoger dan of gelijk aan 15°C.

3.22 TESTMODUS EXTERNE GROEP

Bij gebruik van de testwerking of Test mode (zie instructiehandleiding externe groep) moet de interne groep worden ingesteld in een
andere werkwijze dan "Stand-by".
Tijdens de test wordt het alarm E183 gesignaleerd, wat duidt op "Test mode" in uitvoering.

3.23 FUNCTIE PUMP DOWN EXTERNE GROEP

Bij gebruik van de functie pump down (zie instructiehandleiding externe groep) moet de interne groep worden ingesteld in Stand-by".
De functie kan alleen geactiveerd worden als het toestel niet in alarm is.

3.24 FUNCTIE PUFFER IN VOORVERWARMING

In aanwezigheid van een inertie-accumulatie verwarmd door andere bronnen, is het mogelijk om te vermijden dat, na een aanvraag in
verwarming, het toestel de generatoren activeert, door het van de puffer afkomstige warme water te gebruiken
De functie wordt geactiveerd door één van de relaiskaarten in te stellen op de waarde 4. (zie P 03, P 04,P 05).
De functie puffer voorziet de aanwezigheid van de puffer-sonde.
Voor details en voorbeelden, zie het instructieblad van de relaiskaart

3.25 FUNCTIE NACHTMODUS

Deze functie kan geactiveerd worden door de klok in het toestel in te stellen (parameters U 21 en U 22).
De activering van de functie maakt het mogelijk de frequentie van de compressor te verlagen tijdens de werking van de externe groep in
de tijdperiode die ingesteld is in de parameters U 12 en U 13.
Zorg ervoor dat er extra energiebronnen aanwezig zijn om te voldoen aan eventuele aanvragen die zich tijdens de actieve werkingsperio-
de kunnen voordien (vb. extra weerstanden).

3.26 FUNCTIE CORRECTIE SETPOINT INSTALLATIE

Bij aanwezigheid van hydraulische ontkoppelingen op het systeem die het toestel van de zone scheiden, is het mogelijk een functie te ac-
tiveren die het mogelijk maakt om de aanvragen te bedienen, door het setpoint van het toestel te corrigeren.
De correcties kunnen zowel voor de verwarmings- als voor de koelfase worden uitgevoerd.
De functie wordt geactiveerd door het instellen van de parameters P 23 of P 24 op een waarde > 0°C.
In vervolg op een aanvraag, begint de correctie na een tijd gelijk aan P 21 en gaat door met 1°C elke P 22 minuten.
Voor de aansluiting van de sondes B3-1 B3-2 en B3-3 zie het elektrisch schema (Fig. 9):
Om de setpoint-correctie op de zone 1 in te schakelen moet de parameter A27=ZN1 worden ingesteld.
80

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Magis pro 6 v2Magis pro 9 v2

Inhoudsopgave