1.12 ZONEAFSTANDSBEDIENING (OPTIONEEL)
Deze afstandsbediening wordt gebruikt voor het instellen van de setpoints en voor de weergave van de belangrijkste informatie van de
zone waarvoor deze is geconfigureerd.
Breng de aansluiting met het toestel tot stand zoals weergegeven (Fig. 9);
Schakel aan het einde van de aansluitingen de spanning naar het apparaat uit en herstel het.
Voor de juiste configuratie van het apparaat stelt u de parameters als volgt in:
Menu Assistentie -> Configuratie apparaat
Slave-adres: Adres dat geconfigureerd moet worden op basis van de zone waarin het apparaat wordt
geïnstalleerd
Baud Rate
Pariteitsbit
Stop bit
Controle warmtepomp
Met een zoneafstandsbediening met herziene firmwareversie 2.00 of hoger:
- de optie "Controle warmtepomp" is niet meer aanwezig;
- het is mogelijk de modulatie omgevingssonde in te schakelen;
- het is mogelijk de regeling van het dauwpunt in te schakelen.
Voor een juiste werking moet de brug worden geïnstalleerd op de thermostaat van de zone die bij het paneel hoort.
In dat geval kan deze brug vervangen worden door een veiligheidsthermostaat.
Er wordt een herstart van de machine aanbevolen nadat de afstandsbediening aangesloten is.
22
Zone 1 = 41
Zone 2 = 42
Zone 3 = 43
9600
Even
1
NEE