C-4 Compaq StorageWorks Modulaire datarouter - Gebruikershandleiding
Tabel C-2
Opdrachten van de opstartbeheerconsole
Opdracht
setBootImage {ImageID}
setDefaults
setDHCP onoff
setIPAddress {IPAddress}
setNodeName
{NodeName}
setSubnetMask
{SubnetMask}
showBootParameters
showImageList
showVersion
OPMERKING: Conventies: {X}: de waarde X moet worden ingevoerd, XY: ofwel X ofwel Y
moet worden ingevoerd. Bij deze opdrachten wordt geen verschil gemaakt tussen
hoofdletters en kleine letters.
vervolg
Definitie
Hiermee wordt het beeld {ImageID} ingesteld als standaard
opstartbeeld. {ImageID} moet een geldig getal zijn.
Hiermee worden de in de fabriek ingestelde NVRAM-
instellingen (9600 baud, IP-adres 10.1.2.3, DHCP
uitgeschakeld, geen nodenaam) hersteld.
Hiermee wordt DHCP ingeschakeld (on) of uitgeschakeld
(off). Wanneer u DHCP inschakelt, kan de MDR niet worden
beheerd door netwerkbeheerprogramma's waarvoor vaste
IP-adressen nodig zijn.
Hiermee wordt het IP-adres ingesteld. {IPAddress} moet een
decimale notatie hebben: {N.N.N.N}, waarbij N een getal is
tussen 0 en 255.
Hiermee wordt de nodenaam ingesteld. {NodeName} mag
maximaal 19 tekens lang zijn.
Hiermee wordt het subnetmasker ingesteld op
{SubnetMask}. {SubnetMask} moet een decimale notatie
hebben en de onderdelen van het masker moeten met een
punt van elkaar worden gescheiden: {N.N.N.N}.
Hiermee worden de nodenaam, de DHCP-instelling, het IP-
adres van de node, de baudrate en informatie over het
standaard opstartbeeld weergegeven.
Hiermee wordt informatie over opgeslagen beelden
weergegeven.
Hiermee wordt het versienummer van de firmware
weergegeven.