C-2 Compaq StorageWorks Modulaire datarouter - Gebruikershandleiding
3. Start de terminalemulator op de server. Kies in Windows NT 4.0
achtereenvolgens Start!Programma's!Bureau-
accessoires!HyperTerminal.
4. Stel de eigenschappen van de terminalverbinding in. In Windows NT
4.0 doet u dit als volgt:
a. Dubbelklik op het pictogram Hypertrm.
b. Voer in het dialoogvenster Nieuwe verbinding een naam in voor de
verbinding en selecteer een pictogram om de MDR weer te geven.
Klik vervolgens op OK. Het dialoogvenster Verbinden met verschijnt.
c. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Verbinden met de aan uw seriële
poort toegewezen communicatiepoort (bijvoorbeeld COM1, COM2)
en klik op OK.
d. Geef in het dialoogvenster met eigenschappen dat verschijnt de
volgende poortinstellingen op en klik dan op OK.
Standaardinstellingen van de seriële poort
Type
Bits per seconde (baudrate)
Databits
Pariteit
Stopbits
Doorstroombesturing
e. Selecteer Bestand!Eigenschappen om het dialoogvenster met
eigenschappen van de verbinding weer te geven. Klik op het tabblad
Instellingen. Kies in het menu Emulatie de optie VT100 en klik op OK.
5. Schakel alle randapparatuur in.
6. Wacht minimaal tien seconden en schakel dan de MDR in. De MDR
geeft een reeks POST-berichten (Power-On Self-Test) weer in
HyperTerminal. Na de POST wordt het volgende bericht weergegeven
en wordt vijf seconden afgeteld:
Press any key to access the Boot Management Console.
Druk op een toets om naar de opstartbeheerconsole te gaan. Het volgende
bericht verschijnt:
Starting the Boot Management Console.
Type "help" to list available commands.
BMC>
Tabel C-1
Instelling
57600
8
Geen
1
Geen