Opstartbeheerconsole in Windows NT
Opstartbeheerconsole
De opstartbeheerconsole (Boot Management Console of BMC) is een
opdrachtregelinterface naar de DB-9 seriële poort waarmee u de volgende
parameters van het systeem kunt wijzigen: baudrate, instelling van het Dynamic
Host Configuration Protocol (DHCP), standaard opstartbeeld-ID, IP-adres van
de node en de naam van de node. Met de BMC kunt u ook firmwareversies
verwijderen en toevoegen, opgeslagen firmwarebeelden weergeven en een ander
firmwarebeeld dan het standaard firmwarebeeld opstarten.
Opstarten met een terminal
OPMERKING: Voor dit proces heeft u een computer nodig waarop Windows NT 4.0 is
geïnstalleerd. De modulaire datarouter (MDR) kan echter communiceren met elk
besturingssysteem dat gebruikmaakt van een pc met terminalemulator. Als uw computer
een ander besturingssysteem gebruikt, moet u zorgen dat de baudrate, databits, stopbits,
pariteit en terminalemulatie voor de geselecteerde seriële poort zijn ingesteld zoals in
deze procedure wordt beschreven.
Ga als volgt te werk om de MDR in te schakelen en een terminal of pc met
terminalemulator aan te sluiten.
1. Sluit een server op de MDR aan door een DB-9 seriële nulmodemkabel
aan te sluiten op de DB-9 seriële poort aan de achterkant van de MDR.
2. Schakel de server in als dat nog niet is gebeurd.
Appendix
HyperTerminal
C