besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK
Na het opstarten van de centrale unit van de Climalook 3,
begint het lampje naast de B-POORT op de CLIMATIC
KP01-kaart te knipperen. De CPU wordt achtereenvolgens
op alle kaarten aangesloten waarbij het normaal is dat het
lampje even stopt met knipperen.
Wanneer alle aansluitingen tot stand zijn gebracht, drukt u
op de aan/uit-knop. De programma's worden automatisch
gestart en het lampje rechts van de Com B op de
CLIMATIC KP01-kaart moet knipperen.
Met het telefoonnummer van de site kunt u op afstand
vragen stellen.
De kabel die wordt
afgesloten door een DB9-
stekker en die uit de 485/
232-interface komt, wordt
aangesloten op de seriële
poort van de centrale unit
van de Climalook.
Stekker voor
telefoonkoppeling RJ11.
De kabel wordt bij de unit
geleverd.
AANSLUITING OP DE CLIMATICTM 50 VIA INTERFACE
435/232
Bij gebruik van een Climalook 3 kunnen maximaal
12 rooftops worden aangesloten die zijn uitgerust met
CLIMATIC 50.
Voor de aansluitingen tussen de Climalink/ Climalook
moet een dubbel afgeschermde kabel worden gebruikt
(deze wordt niet geleverd door Lennox). De kabel moet
een metalen buitenmantel hebben en de binnenkabel
mag minimaal 0,5mm
2
en maximaal 1mm
De draden worden op elke CLIMATIC50 485-poort
aangesloten. U moet erop letten dat de aansluitvolgorde
als volgt is:
+ aan +,
- aan -,
en aarde aan aarde.
Met het telefoonnummer van de site kunt u op afstand
vragen stellen.
Nadat de opstartprocedure
is uitgevoerd, gaat het
lampje op de INTERFACE
knipperen.
IOM / ROOFTOP BALTIC Serie - 0704 - D • Pagina 119
RS 485-dochterkaart
2
zijn.
Stekker voor
telefoonkoppeling RJ11.
De kabel wordt bij de unit
geleverd.