VERWARMING: gasbrander
PROBLEMEN MET DE GASBRANDER OPLOSSEN
Als er fouten worden weergegeven op de CLIMATIC
-Reset de CLIMATIC.
- Controleer het voltage: 230 V na stroomonderbreker.
- Controleer of de GASafsluiters geopend zijn.
- Controleer de GASdruk bij de inlaat van de GASafsluiters. Deze druk moet >20 mbar zijn als de branders zijn uitgeschakeld.
- Pas de instellingen aan voor de brander. Verhoog de kamertemperatuurinstelling tot een temperatuur die hoger is dan
de daadwerkelijke kamertemperatuur.
TRAP
NORMALE
MOGELIJKE
Alle lampjes Groene, gele &
Requested
rode lampje AAN
LLampje AAN Afzuigventilatoren
Na 30 tot 45
seconden:
Afzuigventilator voorventilatie. De
is ON
ontstekings-
elektrode
moet vonken
Voortdurende
ventilatie
Na een paar
en vonken van
seconden
ontstekings-
wordt de
elektrische
gasbrander
voeding
ontstoken
elektrode
Pagina 74 • IOM / ROOFTOP BALTIC Serie - 0704 - D
MOGELIJKE
FOUT
Alle lampjes UIT
= fout in de
ventilatorthermostaat
Gele & rode
lampje UIT
= onvoldoende gas-
toevoer
Rode lampje UIT
= fout in de
oververhittingsthermostaat
op de gasbrander-
steunbalk
Na 10 seconden
+ Controleer de aansluitingen van de
wordt uit veiligheid
uitgeschakeld langs + Controleer impedantie van batterijen
de ontsteking van de
uit veiligheid
uitgeschakeld.
Er gebeurt niets
+ Controleer elektrische verbinding
+ Controleer voedingsspanning ventilator.
+ Controleer de ontstekingselektrode
Voortdurende
Deze moet hoger zijn dan165 Pa
ventilatie
zonder vonken
van ontstekings-
elektrode
Na 4 seconden
werkt de gasbrander
nog steeds niet
en wordt bij
de bedieningskast
uit veiligheid de ontsteking
uitgeschakeld
Na 4 seconden
wordt de gasbrander
ontstoken MAAR
wordt uit veiligheid
uitgeschakeld
vanaf de bedienings-
kast
ACTIE
+ Controleer verbindingen
in de ventilator-
thermostaat
+ Controleer klep-
opening
& toevoer-
+ Controleer thermostaat
werking na
handmatig opnieuw instellen
bedieningskast op de gasklep
elektronische klep:
(1) = 2,90k;
(2) = 1,69k (afb. nr. 21, p 71)
+ Controleer de vrije beweging
van het ventilatorwiel
van de gasontsteking
in bedieningskast en
op EF-aansluitbord
+ Controleer het drukverlies
bij de luchtdrukschakelaar:
+ Controleer de juiste werking
van de luchtdrukschakelaar
met een Ohmmeter en
door kunstmatig de druk
in de slang te verlagen
+ Controleer druk gasinjectie
tijdens het opstarten
(waarde voor hoge warmte)
+ Vervang de bedieningskast
van het gasblok
+ Controleer positie en
aansluiting van de ionisatie-
sonde. Deze mag niet
geaard zijn (230V)
+ Controleer of R.C.-circuit
van de transformator van
de gasbrander goed is
aangesloten op de 0-pool
+ Meet de ionisatiestroom:
deze moet hoger zijn
dan 1,5 microampère.
+ Controleer het type gas.
OPLOSSING
Alle lampjes
+ Vervang
thermostaat
+ Herstel
gastoevoer
druk
+ Vervang
thermostaat
+ Opnieuw plaatsen van
bedieningskast
op de gasklep
+ Vervang
klep
+ Vervang ventilator
+ Vervang EF-
aansluit-
bord, indien nodig
+ Plaats de slang van de
drukschakelaar opnieuw
+ Vervang de
drukschakelaar
+ Verwijder de lucht uit de
gasleidingen
+ Stel voor de injectiedruk
een hoge waarde in
+ Vervang de bedieningskast
als de gasklep OK is
+ Controleer de hele
elektrische voeding
+ Pas de toevoer en
injectiedruk indien gas
anders is dan aardgas
G20 : (G25 Gas uit
Groningen bijvoorbeeld)
.