Bereiding van verse groenten
Gebruik een ovenvaste glazen schaal met deksel. Voeg 30-45 ml koud
water (2-3 eetl.) toe per 250 g groente, tenzij anders vermeld - zie tabel.
Kook de groente de aangegeven minimumtijd - zie tabel. Ga desgewenst
door met koken tot u het gewenste resultaat bereikt. Tijdens en na de
bereiding een keer doorroeren. Voeg zout, kruiden en boter toe na het
koken.
3 minuten laten nagaren met het deksel erop.
tip:
Snijd de groente in stukken van gelijke grootte. Hoe kleiner
de stukken, des te sneller zijn ze gaar.
Kook verse groenten in de magnetron altijd op vol vermogen (800 W).
gerecht
portie tijd
Nagaartijd
(min.)
(min.)
Broccoli
250 g
4-4½
500 g
7-7½
Spruitjes
250 g 5½-6½
Wortelen
250 g
4½-5
Bloemkool
250 g
5-5½
500 g
8½-9
Courgette
250 g
3½-4
Aubergine
250 g
3½-4
Prei
250 g
4½-5
Champignons 125 g
1½-2
250 g
3-3½
Uien
250 g
5½-6
Paprika
250 g
4½-5
Aardappelen
250 g
4-5
500 g
7½-8½
Koolraap
250 g
5-5½
GS89F_XEN_03817K-NL.indd 26
Aanwijzingen
3
Verdelen in roosjes van gelijke grootte. Leg deze met
de steeltjes naar het midden.
3
Voeg 60-75 ml (5-6 eetl.) water toe.
3
Snijd de wortelen in stukken van gelijke grootte.
3
Verdelen in roosjes van gelijke grootte. Grote roosjes
doormidden snijden. Leg ze met de steeltjes naar
het midden.
3
Snijd de courgettes in plakken. Voeg 30 ml (2 eetl.)
water of een klontje boter toe. Koken tot ze net
gaar zijn.
3
Snijd de aubergines in dunne plakjes en sprenkel er
1 eetlepel citroensap over.
3
Snijd de prei in dikke plakken.
3
De champignons heel of in plakjes bereiden.
Geen water toevoegen. Besprenkelen met
citroensap. Kruiden met peper en zout. Voor het
serveren uit laten lekken.
3
Uien doormidden of in plakjes snijden. Voeg slechts
15 ml (1 eetl.) water toe.
3
Snijd de paprika in reepjes.
3
Weeg de aardappelen en snijd ze doormidden of in
vieren in stukken van ongeveer gelijke grootte.
3
Snijd de koolraap in kleine blokjes.
OPWARMEN
Met de magnetron kunt u gerechten opwarmen in een fractie van de tijd die
u nodig zou hebben bij een gewone oven of kookplaat.
Gebruik de vermogensniveaus en opwarmtijden uit de volgende tabel als
richtlijn. Bij de tijden in de tabel is uitgegaan van een kamertemperatuur van
+18 tot +20 °C of een koelkasttemperatuur van +5 tot +7 °C.
Plaatsing en afdekken
Warm liever geen grote stukken voedsel op, zoals braadstuk. Deze hebben
de neiging aan de buitenkant te gaar te worden en uit te drogen voordat de
binnenkant goed heet wordt. Het opwarmen van kleinere stukken gaat beter.
Vermogenstanden en doorroeren
Sommige gerechten kunnen worden opgewarmd bij een vermogen van 800
W, terwijl u voor andere een vermogen van 600 W, 450 W of zelfs 300 W
moet gebruiken.
Zie de tabel voor meer informatie. U kunt doorgaans beter een lager
vermogen gebruiken voor delicate gerechten, grote hoeveelheden en
gerechten die snel warm worden (zoals pasteitjes).
Voor het beste resultaat het gerecht tijdens het opwarmen doorroeren of
omkeren. Zo mogelijk voor het serveren nogmaals doorroeren.
Wees extra voorzichtig bij het verwarmen van vloeistoffen en babyvoeding.
Om te voorkomen dat vloeistoffen buiten de magnetron alsnog plotseling
aan de kook raken en naar buiten spatten, moet u het gerecht voor, tijdens
en na het verwarmen goed doorroeren. Laat de vloeistoffen tijdens het
nagaren in de oven staan. Het is aan te raden een plastic lepel of glazen
staafje in de vloeistof te zetten. Vermijd oververhitting van het gerecht.
Het is beter een kortere bereidingstijd in te stellen en deze zo nodig te
verlengen.
Opwarm- en nagaartijden
Wanneer u voor het eerst een gerecht opwarmt, is het handig om de door u
gebruikte bereidingstijd te noteren.
Controleer altijd of het gerecht door en door verwarmd is.
Laat het gerecht na het opwarmen altijd even nagaren, zodat de warmte
zich gelijkmatig over het gerecht kan verdelen.
De aanbevolen nagaartijd na het opwarmen is 2-4 minuten, tenzij in de tabel
een andere tijd wordt aanbevolen.
Wees extra voorzichtig bij het verwarmen van vloeistoffen en babyvoeding.
Zie ook het gedeelte met de veiligheidsvoorschriften.
26
2011-05-13
5:31:14