5.9
Energieopslagsysteem (optioneel)
▶
Neem de installatiehandleiding van het energieopslag-
systeem in acht.
5.10
Dataverbinding aansluiten (optioneel)
▶
Neem de handleidingen in acht van de producten die
met een dataverbinding op de ondulator moeten worden
aangesloten.
▶
Zorg ervoor dat aan de eisen aan bekabeling, aansluiting
en adressering van de extern aangesloten producten
wordt voldaan.
▶
Houd tussen dataverbindingskabels en gelijkstroom-
/wisselstroomkabels een afstand van 200 mm aan, om
storingen in de gegevensoverdracht tot een minimum te
beperken.
Via dataverbindingen communiceert de ondulator met an-
dere toegestane producten.
De ondulator heeft drie interfaces voor dataverbindingen:
–
Ethernet (RJ45)
Voor de verbinding met een internetrouter, om gegevens
naar het webportaal te sturen en een groot aantal func-
ties van het fotovoltaïsche systeem via een browser te
bedienen.
–
RS485-Bus (RJ45)
Voor de verbinding met toegestane producten, bijv. voor
energiemanagement.
–
Modbus (RJ45)
Voor de verbinding met bijv. een energiemeter.
▶
Vraag bij het serviceteam welke producten voor de ver-
binding met de ondulator zijn toegestaan.
De volgende afbeelding toont als voorbeeld de dataverbin-
dingen in een fotovoltaïsch systeem met dynamisch invoer-
management.
1
8
7
1
Andere ondulators
1)
2
Eerste ondulator
3
Modbus datakabel
4
Energiemeter
1)
Bij dynamisch invoermanagement regelt de eerste ondu-
lator het verminderen van de invoer overeenkomstig de ver-
eiste maximale waarde voor het volledige fotovoltaïsche sys-
teem.
0020273429_00 VPV I Installatie- en onderhoudshandleiding
2
3
4
6
5
5
Dynamisch invoermana-
gement
6
RS485-Bus datakabel
7
Ethernet datakabel
8
Internetrouter
▶
Raadpleeg de handleiding van het invoermanagement-
product of informeer bij het serviceteam voor meer infor-
matie over het dynamische invoermanagement.
5.10.1 Ethernet aansluiten
Alternatief 1:
1.
▶
Om te zorgen dat de exploitant bijv. de overdracht
van opbrengstgegevens en gebeurtenismeldingen
op het webportaal kan instellen, verbindt u de on-
dulator aan de ethernet-interface (RJ45) met een
internetrouter.
Aanwijzing
Als u de ondulator met een DHCP-inter-
netrouter verbindt, dan begint de ondu-
lator automatisch met de onversleutelde
gegevensoverdracht naar de server.
Alternatief 2:
1.
Xxxxxxxxxxx
1323
192.168.XXX.XXX
1
▶
De verbinding met de ondulator kunt u ook tot stand
brengen door een pc eveneens met de internetrou-
ter te verbinden.
–
De ondulator en de pc moeten zich in hetzelfde
netwerk bevinden. Zodra de ondulator met het
internet is verbonden, geeft de ondulator zijn
eigen IP-adres (1) cyclisch weer. Als u dit IP-
adres in het invoerveld van de browser invoert,
verschijnt de webserver van de ondulator.
2.
Om de overdracht van gegevens te verhinderen, verwij-
dert u de netwerkkabel van de ondulator of deactiveert
u de gegevensoverdracht in de instellingen voor ether-
net (→ Pagina 102).
5.10.2 RS485-Bus aansluiten
1
RJ45 stekker
G1
Ground (bruin)
1.
Zorg ervoor dat u als datakabel een Cat-5 patchkabel
gebruikt die voor de lengte van de verbinding geschikt
is.
2.
Zorg ervoor dat de stekkerbezetting van de datakabel
voldoet aan de richtlijnen:
Installatie 5
W
1
G1
B1
A1
B1
Data B (oranje)
A1
Data A (wit/oranje)
99