Advertenties
g
Druk op
om de
referentiepositie-instelling toe te passen.
*
U kunt de instelling ook toepassen door een
aanpassingsgebied lang aan te raken met de
sensorpen.
→ De naald verplaatst zich naar de positie die u hebt
opgegeven om te beginnen met naaien.
→ Het steekkeuzescherm verschijnt weer en de
steekbreedte verandert in de instelling die u opgeeft
met de sensorpen.
→ De geleidelijnmarkering stopt met knipperen.
Steekbreedte en steekpositie
opgeven met de sensorpen
U kunt de zigzagbreedte en "L/R-VERSCHUIVING
(L/R SHIFT)" waarde opgeven.
a Oorspronkelijke steekbreedte/-positie
b Aangepaste steekbreedte/-positie
a
Zet de machine aan.
b
Druk op
.
c
Selecteer een steekpatroon.
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES MET NAAISTEKEN
d
Druk op
.
→ Het scherm Sensorfuncties verschijnt.
e
Druk op
.
→ Het scherm Steekbreedte instellen verschijnt en de
geleidelijnmarkering knippert aan de huidige
linkerkant van de steekbreedte.
Opmerking
• Als
niet beschikbaar is, kunt u de
steekbreedte niet opgeven in het
geselecteerde steekpatroon. Selecteer een
ander steekpatroon.
f
Raak met de sensorpen het eerste punt voor
de steekbreedte aan.
→ De afstand van de linkerreferentielijn tot de positie
die u hebt aangeraakt verschijnt in het scherm
Steekbreedte instellen.
→ De geleidelijnmarkering verplaatst zich naar de
positie die u hebt aangeraakt en gaat knipperen.
Basishandelingen B-79
B
2
Advertenties
