Code
Storing
storing
F65 ÷
Specifieke fouten verbran-
F98
dingscontrole
A65 ÷
Specifieke fouten verbran-
A97
dingscontrole
Communicatiestoring tus-
F99
sen display en besturing-
seenheid
Te veel SW-fouten of fout
A98
verschenen als gevolg van
vervanging kaart
A99
Algemene fout
Specifieke vlamverbran-
F96
dingsfout
Fout meervoudige ver-
A44
zoeken
Parasitisch vlamsignaal na
A80
sluiting van de klep
13. ONDERHOUD
Om een optimale beschikbaarheid van het toestel te garanderen, moet ter plaatse met regelmatige tussenpozen een reeks controles en inspecties van het toestel en
de bedrading worden uitgevoerd.
BELANGRIJK
GEVAAR
Alle onderhouds- en vervangingswerkzaamheden moeten door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Alvorens werkzaamheden binnen in het toestel uit te voeren, moet u de stroomtoevoer onderbreken en de stroomop-
waartse gaskraan sluiten. Anders bestaat er gevaar voor ontploffing, elektrische schok, verstikking of vergiftiging.
Raak de leidingen van het koelcircuit en de inwendige onderdelen (pomp, veiligheidsklep, enz.) niet aan tijdens en onmiddellijk na het uitschakelen van het apparaat,
want ze kunnen erg heet of erg koud zijn, waardoor ze kunnen schuren, verbranden of bevriezen. Om verwondingen te voorkomen, moet u voldoende tijd wachten tot
de temperatuur van de buizen tot normaal gedaald is en beschermende handschoenen dragen.
Voordat u onderhoud of reparaties uitvoert, moet u altijd de stroomtoevoer onderbreken naar het toestel en alle elektrische verbruikers (pompen, kleppen, elektrische
weerstand van de boiler en het warmwatersysteem, enz.).
Sommige elektrische onderdelen kunnen zeer heet zijn.
Wegens het risico van achtergebleven hoogspanning moet u, nadat u de stroom van de buitenunit hebt losgekoppeld, ten minste 10 minuten wachten voordat u
onderdelen onder spanning aanraakt.
De compressorolieverwarmer kan zelfs werken als de compressor gestopt is.
Pas op dat u geen onder spanning staande elektrische kabels aanraakt.
Was het toestel niet. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Wanneer de onderhoudspanelen verwijderd zijn, kunnen onder spanning staande delen gemakkelijk per ongeluk aangeraakt worden.
Laat het toestel nooit onbeheerd achter tijdens installatie of onderhoud wanneer het onderhoudspaneel verwijderd is.
Het is niet toegestaan te knoeien met onderdelen of deze te wijzigen, noch de uitschakelwaarde-instellingen van de veiligheidsvoorzieningen die in het toestel geïn-
stalleerd zijn.
Trek niet aan de elektrische kabels van het toestel, maak ze niet los en verdraai ze niet, zelfs niet als het toestel van de stroomvoorziening losgekoppeld is.
Laat geen recipiënten met ontvlambare stoffen in de buurt van het toestel staan.
Raak het toestel niet aan op blote voeten of met natte of vochtige lichaamsdelen.
De beschreven controles moeten ten minste eenmaal per jaar door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Schakelbord
Voer een grondige visuele controle uit van de onderdelen van de schakelkast om te controleren op beschadigde of verkeerd aangesloten onderdelen of kabels (con-
troleer of de klemschroeven goed vastzitten).
162
NL
Mogelijke oorzaak
Verstopte rookgaskanalen. Lage gasdruk. Verstopt
condensaatsifon. Probleem met verbranding of
rookgasrecirculatie
"Verstopte rookgaskanalen. Lage gasdruk (A78
- A84). Verstopt condensaatsifon. Probleem met
verbranding of rookgasrecirculatie"
"Verbindingskabel onderbroken of niet aangeslo-
ten".
"Parameter mismatch tussen besturingseenheid
en display".
Terugzetten naar fabrieksinstellingen
Vervanging Kaart
"Verstopte rookgaskanalen.
Lage gasdruk. Verstopt condensaatsifon. Probleem
met verbranding of rookgasrecirculatie."
Hardware- of softwarefout in de elektronische kaart
Onstabiele vlam of onstabiel vlamsignaal na
ontsteking.
Herhaalde verzoeken van korte duur
Probleem met de elektrode. Probleem met de
gasklep. Probleem met de printplaat.
Code 3541Z830 - Herz. 03 - 06/2022
OMNIA S HYBRID C 3.2
Oplossing
"Controleer de rookkanalen en de condensaatsifon op verstopping. Controleer
de juiste gastoevoerdruk. Voer de CO
indien nodig de kalibratieprocedure [AUTO SETUP] uit."
"Controleer de rookkanalen en de condensaatsifon op verstopping. Controleer
de juiste gastoevoerdruk. Voer de CO
indien nodig de kalibratieprocedure [AUTO SETUP] uit."
Verbinding controleren
Stroom uitschakelen en inschakelen
Stroom uitschakelen en inschakelen
"Reset fout en ga verder met de kalibratieprocedure [AUTO SETUP]."
"Los het probleem in eerste instantie op, reset de storing en controleer of de
ontsteking correct is. Voer de kalibratieprocedure [AUTO SETUP] uit. Vervang,
indien nodig, de kaart."
"Reset de storing en controleer of de ontsteking correct is. Voer de kalibratie-
procedure [AUTO SETUP] uit. Mocht het probleem aanhouden, vervang dan
de kaart."
"Controleer de gastoevoer, de rookgaskanalen en de condensafvoer. Contro-
leer de juiste stand en de toestand van de elektrode Na ongeveer 3 minuten
wordt de fout gereset."
"Controleer het SWW-circuit op drukpieken. Wijzig zo nodig parameter b11."
"Controleer de juiste positie en staat van de elektrode.
Controleer de printplaat. Controleer de gasklep en vervang hem indien
nodig."
afstelling uit in de TEST modus. Voer
2
afstelling uit in de TEST modus. Voer
2