Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Volgende Activeringen Van De Boiler; Omzetting Van Boilergasvoorziening; Controle Van De Verbrandingswaarden Van De Boiler; Casuïstiek - Ferroli OMNIA S HYBRID C 3.2 Installatie-, Gebruiks- En Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor OMNIA S HYBRID C 3.2:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

OMNIA S HYBRID C 3.2

11.2.3 Volgende activeringen van de boiler

Telkens als het toestel wordt aangezet, worden de firmware versies getoond (display). FH (5 sec) verschijnt op het display, gevolgd door Fh (300 sec) die de
ontluchtingscyclus aangeeft (deze cyclus wordt alleen uitgevoerd als ten minste één functie, verwarming en/of warm water, op ON gezet was).

11.2.4 Omzetting van boilergasvoorziening

Het toestel kan werken met een 2
familie gasvoorziening of een 3
e
van het toestel. Indien het nodig is het toestel te gebruiken met een ander gas dan het vooringestelde, ga dan te werk zoals hieronder aangegeven:
1. Schakel de stroomtoevoer uit en sluit het gas af.
2. Verwijder het voorpaneel (zie "7.8.1 Openen van het voorpaneel" op pagina 128).
3. Bevestig het LPG-gasplaatje in de documentenomslag naast het typeplaatje.
4. Plaats het voorpaneel terug en voorzie de boiler van elektriciteit.
5. Wijzig de parameter voor het gastype:
• Ga naar het hoofdmenu [MENU] via de toets .
• Volg het pad installateursmenu [Service] >wachtwoord invoeren 1234 >parametermenu [TSP].
• Kies met SW1 en SW2 parameter b03 en stel de overeenkomstige waarde in met SW6 en SW7:
0 =G20
1 =G30/G31
2 =G230
• Om te bevestigen, drukt u op de toets
• Schakel de stroomtoevoer 10 seconden uit en herstel hem daarna weer.
• Wacht tot de Fh mode afgelopen is.
• Zet de boiler in de stand-by modus en activeer de kalibratiemodus [AUTO SETUP] (zie "Kalibratieprocedure boiler [AUTO SETUP]" op pagina 153).

11.2.5 Controle van de verbrandingswaarden van de boiler

ZORG ERVOOR DAT HET FRONTPANEEL GESLOTEN IS EN DAT DE ROOKAFVOER/UITLAATKANALEN VOLLEDIG GEMONTEERD ZIJN.
1. Zet de boiler gedurende minstens 2 minuten in de verwarmings- of warmwatermodus.
2. Activeer de Testmodus [Test] (zie "11.2.6 Testmodus boiler [Test]" op pagina 154).
3. Controleer met behulp van een verbrandingsanalysator, aangesloten op de voorschakelapparaten boven de boiler, of het CO
de boiler in bedrijf op maximum en minimum vermogen, overeenkomt met wat in de onderstaande tabel staat aangegeven.
Nieuwe boiler (eerste ontsteking/transformatie of vervanging van de elektrode)
A
Boiler met minstens 500 bedrijfsuren
B
4. Als de verbrandingswaarden niet overeenkomen, moet u de Offset-waarden in de Testmodus bijstellen, zoals beschreven in de volgende paragraaf.
LET OP
Tijdens de KALIBRATIEPROCEDURE [AUTO SETUP], de TESTPROCEDURE [Test] of bij het
CONTROLEREN VAN DE CO
UITLAATKANALEN volledig gemonteerd zijn. Het is ook noodzakelijk dat de boiler niet in de OFF-stand staat (zie
detail C in fig. 11) en dat er geen vraag is van het warmwater- of verwarmingscircuit.

Kalibratieprocedure boiler [AUTO SETUP]

1. Ga naar het parametermenu [TSP].
2. Selecteer parameter b27 met SW1 en SW2 en zet hem op 5 met SW6 en SW7. Bevestig met de toets
. Keer terug naar het hoofdmenu [MENU].
3. Ga terug naar het installateursmenu [Service] > voer het wachtwoord 1234 in. Het kalibratiemenu [Auto
Setup] wordt nu ook weergegeven.
4. Selecteer het en bevestig met toets
5. De procedure begint automatisch met het zoeken naar het optimale ontstekingspunt (er zijn enkele ontste-
kingspogingen nodig om het exacte punt te bepalen).
6. Na de ontsteking wordt de brander ingesteld op de verschillende vermogens (max, med, min) die met punt
("fig. 45 -") worden aangegeven.
a
7. Aan het einde van de kalibratie-sequentie verschijnt gedurende enkele seconden [Completed] en dan keert
u terug naar het Service-menu.
8. Indien de in punt "6" beschreven ontstekingsvolgorde niet slaagt, verschijnt de boodschap max_err op het
punt
en een foutcode op het punt
a
9. Verlaat met toets SW4 en ontgrendel de boiler. Herhaal de sequentie vanaf punt "1".
De [Auto Setup] kalibratieprocedure is alleen mogelijk als parameter b27 op 5 is ingesteld.
U kunt parameter b27 handmatig op waarde 5 zetten, of op de volgende manieren:
• door parameter "type gas" b03 te veranderen.
• door parameter P67 op 1 te zetten.
familie gasvoorziening en dit staat duidelijk aangegeven op de verpakking en het gegevensplaatje
e
.
Casuïstiek
WAARDE, moet het FRONTPANEEL GESLOTEN zijn en moeten de ROOKGASAFZUIG/
2
.
("fig. 45 -").
c
Code 3541Z830 - Herz. 03 - 06/2022
G20
G30/G31
7,5%-9,9%
9%-11,5%
9%+/-0,8
10%+/-0,8
-gehalte in de rookgassen, met
2
G230
9%-11,5%
10%+/-0,8
c
fig. 45 -
153
NL

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave