4
Klik op [Insert].
Een bestand in een ander postvak dupliceren
1
Schakel het selectievakje in voor het bestand dat u wilt dupliceren, en klik op [Duplicate...].
2
Selecteer het nummer van het postvak van bestemming bij [Target Box] en klik op [Start].
Een bestandsnaam wijzigen
1
Klik op het pictogram [Type] of de bestandsnaam.
2
Klik op [Change File Name...], voer de nieuwe naam in bij [File Name] en klik op [OK].
Pagina's uit een bestand verwijderen
1
Klik op het pictogram [Type] of de bestandsnaam.
2
Schakel het selectievakje in voor de pagina's die u wilt verwijderen, en klik op [Delete Page]
●
U kunt ook op [Delete Pages Consecutively...] klikken en een bereik van pagina's die u wilt
verwijderen, opgeven.
Verwijderen van een bestand
1
Schakel het selectievakje in voor het bestand dat u wilt verwijderen.
2
Klik op [Delete]
Wijzigen van de instellingen van een postvak
●
U kunt op [Settings...] klikken op het scherm dat bij stap 4 wordt weergegeven, om de naam en pincode voor
het geselecteerde postvak te wijzigen.
Documenten die tijdelijk zijn opgeslagen in het geheugenpostvak IN,
beheren
U kunt faxen en I-faxen afdrukken en doorsturen die met het geheugenslot tijdelijk zijn opgeslagen in het
geheugenpostvak IN.
1
Start de Remote UI (UI op afstand).
2
Klik op [Access Received/Stored Files] op de portaalpagina.
afstand)-scherm(P. 762)
De machine beheren
[OK].
De postvakinstellingen opgeven(P. 579)
De Remote UI (UI op afstand) starten(P. 761)
795
[OK].
Remote UI (UI op