<Altijd ingesch. als SSID-/Netwerksleutel is opgegeven>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Als <Geef te gebruiken SSID op> en <Geef te gebruiken netwerksleutel op> zijn ingeschakeld in <Instellingen
modus toegangspunt>, kunnen directe verbindingen worden gemaakt zonder op <Inschakelen> te drukken in
<Directe verbinding> in <Mobiel portaal>.
●
De machine kan tegelijkertijd verbinding maken met meerdere mobiele apparaten. U kunt maximaal
vijf apparaten tegelijk aansluiten.
●
Als dit is ingesteld op <Aan>, kan de instelling <Tijd tot sessie met directe verbinding is beëindigd>
niet worden gebruikt.
●
Als u dit instelt op <Aan>, zal de machine niet naar volledige Sluimermodus gaan.
<IP-adresinstellingen voor directe verbinding>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef het IP-adres op dat moet worden gedistribueerd naar mobiele apparaten die gebruikmaken van directe
verbinding.
●
Het IP-adres dat wordt gedistribueerd naar mobiele apparaten, kan tot 9 cijfers langer zijn dan de
waarde van het opgegeven IP-adres.
<Instellingen persoonlijke SSID en netwerksleutel>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef een SSID en netwerksleutel op voor elke gebruiker bij het aanmelden en verbinden via directe verbinding.
Als u een SSID wilt instellen, stelt u <Geef te gebruiken SSID op> in op <Aan> en voert u de SSID in. Als u een
netwerksleutel wilt instellen, stelt u <Geef te gebruiken netwerksleutel op> in op <Aan> en voert u de
netwerksleutel in.
Als <Directe verbinding automatisch inschakelen/uitschakelen bij aanmelden/afmelden> is ingesteld op <Aan>,
zijn directe verbindingen mogelijk bij het aanmelden zonder dat u op <Mobiel portaal>
<Inschakelen> moet drukken.
●
Als u deze instelling opgeeft als een beheerder, selecteert u <Persoonlijke instellingen> op het scherm
Instellingen/Registratie.
<Gebruik aanm.naam als gebr.naam vr afdrukopdracht.>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Instellingen/Registratie
<Directe-verbindingsinstellingen>
<Directe-verbindingsinstellingen>
<Directe-verbindingsinstellingen>
<Directe-verbindingsinstellingen>
1041
<Directe verbinding>