Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Stratos GIGA2.0-I, Wilo-Stratos GIGA2.0-D
Communicatie-interfaces: Instelling en functie
Gebruikswijze selecteren
Analoge ingang (AI2)
Niet geconfigureerd
Gewenste waarde-gever
Verschildruksensor
Temperatuursensor
Externe sensor
Fig. 73: Instellingsdialoog
Als gewenste waardebron „Gewenste waarde-gever" kiezen.
LET OP
Wanneer in het menu „Gebruikswijze selecteren" reeds een andere gebruikswijze als
„Niet geconfigureerd" is ingesteld, controleren, of de analoge ingang reeds voor een
andere gebruikswijze wordt gebruikt.
Eventueel moet een andere bron worden geselecteerd.
Na selectie van de gebruikswijze het „Signaaltype" selecteren:
Signaaltype analoge ingang (AI2)
Voor gewenste waarde-gever
PT1000
0 – 10 V
2 – 10 V
0 – 20 mA
4 – 20 mA
Fig. 74: signaaltype
Na selectie van het signaaltype wordt vastgelegd, hoe standaardwaarden worden ge-
bruikt:
nl
Analoge ingang als
gewenste waarde-gever
gebruiken,
bijv. voor opvoerhoogte
Stel de analoge ingang in op
het
signaaltype 0...10 V
.
97