11.2.2
Q-Limit Max
11.2.3
Q-Limit Min
11.2.4
Nominaal bedrijfspunt Q
11.2.5
Stijging Δp-v-karakteristiek
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Stratos GIGA2.0-I, Wilo-Stratos GIGA2.0-D
Instellen van de regelfuncties
LET OP
De extra regelfunctie „No-Flow Stop" is een energiebesparende functie. Het vermin-
deren van onnodige looptijden bespaart elektrische pompenergie.
LET OP
De extra-regelfunctie „No-Flow Stop" is alleen bij geschikte toepassingen ter be-
schikking! (Zie het hoofdstuk „Vooraf gedefinieerde toepassingen in de instellings-
assistent" [} 69]). De extra regelfunctie „No-Flow Stop" kan niet met de extra re-
gelfunctie „Q-Limit
" worden gecombineerd!
Min
De extra regelfunctie „Q-Limit
(verschildrukregeling (∆p-v, ∆p-c), gecumuleerd debiet, temperatuurregeling (∆T-re-
geling, T-regeling)). Deze maakt een begrenzing van het maximale debiet mogelijk tot
25% – 90%, afhankelijk van het type pomp. Bij het bereiken van de ingestelde waarde
regelt de pomp op de karakteristiek langs de begrenzing - nooit daar voorbij.
LET OP
Bij toepassing van „Q-Limit
Max
deelbereiken onderverzorgd zijn en bevriezen!
ƒ
Hydraulische inregeling voornemen!
De extra regelfunctie „Q-Limit
(verschildrukregeling (∆p-v, ∆p-c), gecumuleerd debiet, temperatuurregeling (∆T-re-
geling, T-regeling)). Dit maakt het verzekeren van een minimaal debiet mogelijk tot
15 % – 90 % van „Q
" binnen de hydraulische karakteristiek. Bij het bereiken van de
Max
ingestelde waarde regelt de pomp op de karakteristiek langs de begrenzing tot het be-
reiken van de maximale opvoerhoogte.
LET OP
De extra regelfunctie „Q-Limit
worden gecombineerd!
Met het optioneel instelbare nominale bedrijfspunt bij de verschildrukregeling ∆p‑v
wordt, door de aanvulling van het benodigde debiet in het dimensioneringspunt, de in-
stelling aanzienlijk vereenvoudigd.
De extra indicatie van het benodigde debiet in het dimensioneringspunt zorgt ervoor
dat de ∆p-v-karakteristiek door het dimensioneringspunt verloopt.
De steilheid van de ∆p-v-karakteristiek wordt geoptimaliseerd.
De extra functie „Stijging Δp-v-karakteristiek" kan worden gebruikt bij de verschil-
drukregeling Δp‑v. Voor het optimaliseren van de Δp‑v-regeleigenschap kan op de
pomp een factor worden ingesteld. Af fabriek is deze factor standaard ingesteld op
50 % (½ H
). Bij sommige installaties met een bijzondere karakteristiek voor het lei-
gew.
dingstelsel kan dit leiden tot te weinig of te veel toevoer. De factor vermindert (< 50%)
of verhoogt (> 50%) de Δp‑v-opvoerhoogte bij Q=0 m³/h.
ƒ
Factor < 50%: de ∆p‑v-karakteristiek wordt steiler.
ƒ
Factor > 50%: de ∆p‑v-karakteristiek wordt vlakker. De factor 100% komt over-
een met een Δp‑c-regeling.
Met de aanpassing van deze factor kan te weinig of te veel toevoer worden gecompen-
seerd:
ƒ
Bij te weinig toevoer in het deellastbereik moet de waarde worden verhoogd.
ƒ
Bij te veel toevoer in het deellastbereik kan de waarde worden verlaagd. Er kan
meer energie worden bespaard en stromingsgeluiden worden gereduceerd.
" kan worden gecombineerd met andere regelfuncties
Max
" in hydraulisch niet gebalanceerde installaties kunnen
" kan worden gecombineerd met andere regelfuncties
Min
" kan niet met de extra regelfunctie „No-Flow Stop"
Min
nl
59