Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Extra-Regelfuncties - Wilo Stratos GIGA2.0-I Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Verberg thumbnails Zie ook voor Stratos GIGA2.0-I:
Inhoudsopgave

Advertenties

nl
11.2

Extra-regelfuncties

11.2.1
No-Flow Stop
58
Instellen van de regelfuncties
circuit) aangepast.
Multi-Flow Adaptation wordt op de Wilo-Stratos GIGA2.0 transportpomp in het primai-
re circuit voor bijv. een open verdeler ingesteld.
De Wilo-Stratos GIGA2.0 transportpomp is verbonden met de Wilo-Stratos GIGA2.0 en
ook met de Wilo-Stratos MAXO pompen in de secundaire circuits met Wilo Net dataka-
bels.
De transportpomp krijgt van elke secundaire pomp apart continu in korte intervallen het
op dat moment benodigde debiet.
Het totaal van het benodigde debiet van alle secundaire pompen stelt de transport-
pomp in als gewenst debiet.
Bij de inbedrijfname moeten alle bijbehorende secundaire pompen hiervoor bij de pri-
maire pomp worden aangemeld, zodat deze rekening houdt met het debiet van elke
pomp. Zie hiervoor het hoofdstuk „Instellingsmenu – Regelbedrijf instellen" [} 72].
Temperatuur constant (T-const)
De pomp wordt geregeld op een ingestelde gewenste temperatuur T
De te regelen werkelijke temperatuur wordt door een externe, op de pomp aangesloten
temperatuursensor bepaald.
Verschiltemperatuur constant (∆T-const)
De pomp wordt geregeld op een ingestelde verschiltemperatuur ∆T
tussen aanvoer- en retourtemperatuur).
Is-temperatuurbepaling door:
ƒ
2 op de pomp aangesloten temperatuursensoren.
Toerental constant (n-const)/fabrieksinstelling bij Stratos GIGA2.0... R1)
Het toerental van de pomp wordt op een ingesteld constant toerental gehouden.
Door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling
De pomp regelt aan de hand van een door de gebruiker gedefinieerde regelfunctie. De
PID-regelparameters Kp, Ki en Kd moeten handmatig worden ingevoerd.
De extra regelfunctie „No-Flow Stop" bewaakt continu het werkelijke debiet van het
verwarmings-/koelsysteem.
Als het debiet lager wordt doordat ventielen sluiten en lager wordt dan de „No-Flow
Stop Limit" drempelwaarde die voor de No-Flow Stop is ingesteld, wordt de pomp ge-
stopt.
De pomp controleert om de 5 minuten (300 s) of de behoefte aan debiet weer stijgt.
Zodra het debiet weer stijgt, draait de pomp verder in het regelbedrijf dat in de rege-
lingsmodus is ingesteld.
LET OP
In een tijdinterval van 10 s wordt een debietstijging ten opzichte van het ingestelde
minimumdebiet „No-Flow Stop Limit" gecontroleerd.
Het referentiedebiet „Q
" kan, afhankelijk van de pompgrootte, tussen 10 % en 25 %
ref
van het maximale debiet „Q
Max
Toepassingsgebied van No-Flow Stop:
Pomp in het verbruikerscircuit met regelventielen bij het verwarmen of koelen (met ra-
diatoren, luchtverwarmers, apparaten voor klimaatregeling, vloerverwarming/-koeling,
plafondverwarming/-koeling, betonkernverwarming/-koeling) als extra functie voor al-
le regelingsmodi, met uitzondering van Multi-Flow Adaptation en debiet Q-const.
LET OP
Af fabriek is deze functie gedeactiveerd. Indien nodig, moet deze worden geacti-
veerd.
" worden ingesteld.
.
gew.
(bijv. verschil
gew.
WILO SE 2021-12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Stratos giga2.0-d

Inhoudsopgave