Appliceren
a
Zet de applicatie vast met textiellijm of
rijgsteken aan de stof.
*
Zo zal de stof tijdens het naaien niet gaan schuiven.
a Appliceren
b Textiellijm
b
Selecteer
of
*
Stem de steeklengte en steekbreedte af op de vorm
en de grootte van de applicatie en de stof (zie
pagina 78).
Memo
• Meer bijzonderheden over elke steek vindt u
in de "STEEKINSTELLINGENTABEL" aan
het eind van deze gebruiksaanwijzing.
c
Bevestig persvoet "J". Controleer of de
naald net naast de applicatie valt en begin
met naaien.
a Applicatiemateriaal
a Naaldpositie
.
■ Scherpe bochten naaien
Stop de naaimachine met de naald in de stof buiten
de applicatie. Zet de persvoet omhoog en draai de
stof een beetje tijdens het naaien. Zo krijgt de naad
een aantrekkelijke afwerking.
■ Applicatiehoeken
Stop de machine met de naald in de rechter positie
van de buiten- (of binnen-)hoek van de applicatie.
Zet de persvoet omhoog en draai de stof om de rand
van de stof uit te lijnen. Zet de persvoet omlaag en
ga door met naaien.
a Buitenhoek
b Binnenhoek
Memo
• Wanneer u een lichte, wegneembare
steunstof onder het naaigebied plaatst,
worden de steken langs de rand van de
applicatiestof mooier.
NAAISTEKEN NAAIEN
125
3