7.2
Foutmeldingen (Stroombron)
Een storing in de lasapparatuur wordt weergegeven doordat de storingcode (zie tabel) wordt
weergegeven op de display van de besturing.
Bij een storing in de apparatuur wordt de voeding uitgeschakeld.
De weergave van mogelijke foutnummers is afhankelijk van de uitvoering van het apparaat
(interfaces/functies).
•
Houd een documentatie bij van de optredende fouten van het lasapparaat en geef deze zonodig aan
het onderhoudspersoneel.
•
Treden er meerdere storingen op, dan worden deze achter elkaar weergegeven.
Fout
Categorie
(Err)
a)
1
-
2
-
3
x
4
x
5
x
6
x
7
-
8
-
9
x
10
-
11
-
13
x
14
-
15
-
16
-
099-005221-EW505
05.09.2016
Mogelijke oorzaak
b)
c)
-
x
Te hoge netspanning
-
x
Te lage netspanning
-
-
Lasapparaat overtemperatuur Apparaat laten afkoelen (netschakelaar op
x
-
Koelvloeistofgebrek
-
-
Fout draadaanvoerapparaat,
tachofout
-
-
Beschermgasfout
-
x
Secundaire overspanning
-
x
Aardaansluiting tussen
lasdraad en aardleiding
-
-
Snelle uitschakeling
Geactiveerd door BUSINT
X11 of RINT X12
x
-
Vlamboogonderbreking
Geactiveerd door BUSINT
X11 of RINT X12
x
-
Ontstekingsfout na 5 s
Geactiveerd door BUSINT
X11 of RINT X12
-
-
Noodstop
x
-
Draadaanvoerapparaat niet
herkend. Stuurstroomkabel
niet aangesloten.
Bij het gebruik van meerdere
draadaanvoerapparaten zijn
verkeerde kenmerknummers
toegewezen.
x
-
Draadaanvoerapparaat 2 niet
herkend. Stuurstroomkabel
niet aangesloten.
-
x
VRD (fout
nullastspanningsreductie).
Verhelpen van storingen
Foutmeldingen (Stroombron)
Oplossing
Controleer de netspanningen en vergelijk
deze met de aansluitspanningen van het
lasapparaat
"1")
Koelvloeistof bijvullen
Lek in het koelvloeistofcircuit >
lek verhelpen en koelvloeistof bijvullen
Koelvloeistofpomp loopt niet > controle
overstroomschakelaar koelapparaat
Draadaanvoerapparaat controleren
Tachogenerator geeft geen signaal,
M3.51 defect > informeer de servicedienst.
Beschermgasvoorziening controleren
(apparaten met beschermgasmonitoring)
Inverterfout > servicedienst informeren
Koppel de verbinding los tussen de lasdraad
en het huis resp. een geaard object.
Fout aan de robot verhelpen
Draadtoevoer controleren
Draadtoevoer controleren
Noodstop van de interface voor automaten
controleren
Kabelverbindingen controleren.
Toewijzing van kenmerknummers
controleren
Kabelverbindingen controleren.
Servicedienst informeren.
51