Programmeren van het radiosignaal
1. Sluit de VC120 op de spanningsvoorziening aan.
2. Nu schakelt u de spanning in.
3. De VC120 gaat gedurende 3 minuten in de programmeermodus.
a) Masterzender programmeren
Druk binnen de programmeermodus gedurende 3 seconden op de
programmeertoets van de masterzender.
[ Het rolluikpantser/de zonwering bevestigt het programmeren
met een beweging, d.w.z. het rolluikpantser/de zonwering
beweegt enkele centimeters. Deze bevestiging wordt hierna
„knikken" genoemd.
Æ Daarmee is het programmeren beëindigd.
Aanwijzing
Als in de ontvanger al een zender is geprogram‐
meerd, drukt u gedurende 10 seconden op de pro‐
grammeertoets.
b) Andere zenders programmeren
Aanwijzing
Er kunnen behalve de masterzender nog max. 15
zenders in de VC120 worden geprogrammeerd.
Druk gedurende 3 seconden op de programmeertoets van de onder
a) geprogrammeerde masterzender.
[ De bevestiging geschiedt door „knikken" van het rolluikpants‐
er/de zonwering.
Druk nu gedurende 3 seconden op de programmeertoets van een
nieuwe zender, die bij de VC120 nog niet bekend is. Hierdoor wordt
de programmeermodus van de VC120 voor een nieuwe zender ge‐
durende 3 minuten geactiveerd.
[ De bevestiging geschiedt door „knikken" van het rolluikpants‐
er/de zonwering.
62