seriële interface: heeft betrekking op een type gegevensuitwisseling
SIO: Serial Input/Output. De elektronische methodologie die bij seriële
sneltoets: een toetscombinatie van een bepaalde toets met de
softkey: toetscombinaties waarmee toetsen op het IBM-toetsenbord
software: de reeks programma's, procedures en bijbehorende
standaardinstelling: de parameterwaarde die automatisch door het
stopbit: een of meer bits van een byte die in asynchrone seriële
stuurprogramma: een softwareprogramma dat een specifiek apparaat
subpixel: de drie elementen, rood, groen en blauw (RGB), waaruit een
S-Video: afkorting van Super-Video, een type aansluiting die onder andere
synchroon: met een constant tijdsinterval tussen opeenvolgende bits,
systeemschijf: een schijf die is geformatteerd met een besturingssysteem.
T
teken: elke letter en elk cijfer, leesteken of symbool waarvan de computer
terminal: een toetsenbord (zoals dat van een schrijfmachine) en een
Gebruikershandleiding
waarbij informatie met één bit tegelijk wordt verzonden.
gegevensoverdracht wordt gebruikt.
functietoets, FN, die kan worden gebruikt om systeemparameters,
zoals het luidsprekervolume, in te stellen.
worden geëmuleerd, een aantal configuratieopties worden
gewijzigd, programma's worden gestaakt en de geïntegreerde
numerieke toetsen worden geactiveerd.
documentatie die bij het computersysteem horen. Heeft vooral
betrekking op de computerprogramma's die de activiteiten van het
computersysteem regelen en besturen. Zie ook hardware.
systeem wordt geselecteerd als de gebruiker of het programma
geen instructies verschaffen. Ook wel een vooraf ingestelde waarde
genoemd.
communicatie het verzonden teken volgen of codes groeperen.
bestuurt (vaak een randapparaat zoals een printer of muis) en dat
meestal deel uitmaakt van het besturingssysteem.
Stuurprogramma's worden ook wel drivers genoemd.
pixel op een kleuren-LCD bestaat. De computer stelt subpixels apart
in; elk subpixel kan een andere helderheid hebben. Zie ook pixel.
wordt gebruikt op S-VHS-videorecorders, videocamera's en
DVD-spelers om kwalitatief hoogwaardige videosignalen te
verzenden.
tekens of gebeurtenissen.
In het geval van MS-DOS bevindt het besturingssysteem zich in
twee verborgen bestanden en het bestand COMMAND.COM. Met
behulp van een systeemschijf kunt u een computer opstarten. Wordt
ook wel besturingssysteemschijf genoemd.
gebruikmaakt. Ook synoniem voor byte.
CRT-beeldscherm die op de computer zijn aangesloten en waarmee
gegevens worden ingevoerd/weergegeven.
A300/A300D
Woordenlijst-13