A300/A300D
De computer opstarten met een wachtwoord
Als u al een wachtwoord hebt geregistreerd, kunt u de computer op drie
manieren opstarten:
Haal uw vinger over de sensor als u uw vingerafdruk al hebt
geregistreerd met het vingerafdrukprogramma en
vingerafdrukverificatie bij het opstarten hebt ingeschakeld. Als u uw
vinger niet wilt gebruiken of als de vingerafdruk om een of andere reden
niet kan worden geverifieerd, drukt u op de toets ESC of klikt u op de
knop Switch User (Van gebruiker veranderen) om het venster voor
vingerafdrukverificatie over te slaan. U kunt maximaal vijfmaal proberen
uw vingerafdruk te laten verifiëren. Als de vingerafdrukverificatie vaker
dan vijfmaal mislukt, moet u het wachtwoord handmatig invoeren om de
computer te starten.
Voer het wachtwoord handmatig in.
Voer de volgende stappen uit om de computer op te starten met het
gebruikerswachtwoord:
1. Schakel de computer in volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 3,
begint. Het volgende bericht verschijnt.
Op dit punt werken de sneltoetsen FN + F1 tot en met F9 niet.
U kunt ze pas weer gebruiken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op ENTER.
Als u het wachtwoord driemaal achtereen onjuist invoert, wordt de
computer afgesloten. In dat geval schakelt u de computer opnieuw in en
probeert u opnieuw het wachtwoord in te voeren.
Opstartstanden
De computer heeft de volgende spaarstanden:
Boot: in deze opstartmodus wordt de computer afgesloten zonder
gegevens op te slaan. Sla uw werk altijd op voordat u de computer
uitschakelt in de opstartmodus.
Hibernation: in deze slaapstand worden de gegevens in het geheugen
op de vaste schijf opgeslagen.
Sleep: in deze stand worden de gegevens bewaard in het
hoofdgeheugen van de computer.
Raadpleeg tevens de paragrafen
computer uitschakelen
6-14
Voer het huidige wachtwoord in
in hoofdstuk 3,
De computer inschakelen
.
Voor u begint
Voor u
en
De
Gebruikershandleiding