A300/A300D
Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk vastlegt of wilt laten
herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten in de opslag of een
afname in het herkenningspercentage
Doe het volgende als u het slagingspercentage van de
vingerafdrukherkenning wilt verbeteren.
Let twee of meer vingers vast.
Leg aanvullende vingers vast als de herkenning vaak mislukt met de
opgeslagen vingers.
Controleer de staat van uw vingers. Het herkenningspercentage neemt
af bij veranderingen in de vinger, zoals verwondingen of ruwe, zeer
droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers. Ook als de
vingerafdruk is verzwakt of als de vinger dunner of dikker wordt, kan het
herkenningspercentage afnemen.
De vingerafdruk van elke vinger is verschillend en uniek. Let erop dat u
alleen de geregistreerde of opgeslagen vingerafdruk(ken) voor
identificatie gebruikt.
Controleer de positie en snelheid van de vingerbeweging.
De sensor voor vingerafdrukken vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk. In sommige gevallen kunnen
bepaalde gebruikers hun vingerafdrukken echter niet registreren omdat
hun vingerafdrukken onvoldoende unieke kenmerken bevatten.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
De vingerafdrukgegevens verwijderen
Opgeslagen vingerafdrukgegevens worden opgeslagen in het niet-vluchtige
geheugen in de vingerafdruksensor. Als u de pc aan een ander geeft of
weggooit, wordt aanbevolen de volgende bewerkingen uit te voeren.
1. Klik op Start, wijs Alle programma's aan en klik op TrueSuite Access
Manager.
2. Het venster van de vingerafdruksoftware TrueSuite Access Manager
verschijnt.
3. Voer uw Windows-wachtwoord in en klik op Volgende om het venster
Control Center te openen. U kunt ook een geregistreerde vinger over
de sensor halen om het venster Control Center te openen.
4-4
Weke of gezwollen vinger (bijvoorbeeld nadat u een bad hebt
genomen)
Verwonde vinger
Natte vinger
Vuile of vettige vinger
Zeer droge huid op de vinger
Gebruikershandleiding