analoog signaal: een signaal waarvan de kenmerken, zoals amplitude en
ANSI: American National Standards Institute. Een organisatie die normen
antistatisch: eigenschap van materiaal dat wordt gebruikt ter voorkoming
apparaatstuurprogramma: een programma dat de communicatie tussen
ASCII: American Standard Code for Information Interchange. ASCII is een
async: afkorting van asynchroon.
asynchroon: zonder vast tijdschema. In de context van
B
back-up: een reservekopie van een bestand die apart wordt bewaard voor
batchbestand: een bestand dat kan worden uitgevoerd vanaf de
beeldscherm: een CRT-scherm, LCD-scherm of ander weergaveapparaat
bestand: een verzameling verwante gegevens, programma's of beide.
besturingssysteem: een groep programma's die bepaalt hoe een
besturingstoetsen: een toets of toetscombinatie voor het activeren van
binair: talstelsel met grondtal twee dat door de meeste digitale computers
Gebruikershandleiding
frequentie, evenredig variëren met (analoog zijn met) de te
verzenden waarde. In spraakcommunicatie worden analoge
signalen gebruikt.
voor een aantal technische sectoren definieert. Zo heeft ANSI de
ASCII-standaard en andere informatieverwerkingsvoorschriften
gedefinieerd.
van het ontstaan van statische elektriciteit.
een specifiek randapparaat en de computer regelt. Het bestand
CONFIG.SYS bevat apparaatstuurprogramma's die door MS-DOS
worden geladen wanneer u de computer inschakelt. Ook wel driver
genoemd.
reeks van 256 binaire codes die de meest gangbare letters, cijfers
en symbolen vertegenwoordigen.
computercommunicatie heeft asynchroon betrekking op de methode
voor het verzenden van gegevens waarbij het niet nodig is om een
gelijkmatige stroom bits met vaste tussenpozen te verzenden.
het geval het originele bestand verloren gaat.
systeemprompt en dat een reeks opdrachten of
programmabestanden voor het besturingssysteem bevat.
dat wordt gebruikt om computeruitvoer op weer te geven.
computer werkt. Het besturingssysteem zorgt bijvoorbeeld voor het
interpreteren van programma's, het maken van gegevensbestanden
en het besturen van de gegevensoverdracht (invoer/uitvoer) tussen
het geheugen en de randapparaten.
een bepaalde functie in een programma.
wordt gebruikt en waarin de getallen door nullen en enen worden
voorgesteld. Het meest rechtse cijfer van een binair getal heeft de
waarde 1, en de respectievelijke cijfers daarnaast 2, 4, 8, 16
enzovoort. Bijvoorbeeld: het getal 5 wordt in het binaire stelsel als
101 voorgesteld. Zie ook ASCII.
A300/A300D
Woordenlijst-3