LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T) (afhankelijk van het model). In dit gedeelte wordt
beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering
op LAN is ingeschakeld.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De LAN-kabel aansluiten
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding
met een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Als u Fast Ethernet LAN (100 Mbit/s, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de
computer aan te sluiten met een kabel uit categorie 5 (CAT5) of hoger.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 Mbit/s, 10BASE-T), dan sluit u de computer
aan met een kabel uit categorie 3 (CAT3) of hoger.
Als u Gigabit Ethernet (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T) gebruikt,
sluit u de computer aan met een kabel uit categorie 5e (CAT5E) of hoger.
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
tot de vergrendeling vast klikt.
Gebruikershandleiding
LAN-aansluiting
Afbeelding 4-14 De LAN-kabel aansluiten
A300/A300D
4-33