nl AutoPilot
1.
De werking met
onderbreken.
a De combinatie is wit gemarkeerd.
12 AutoPilot
Met de functie "AutoPilot" helpt u uw apparaat bij de
bereiding van verschillende gerechten en kiest u auto-
matisch de optimale instellingen.
12.1 Vormen
Het bereidingsresultaat is afhankelijk van de kwaliteit
en de grootte van de vorm.
Gebruik een hittebestendige vorm, die geschikt is voor
temperaturen tot 300°C. Vormen van glas of glaskera-
miek zijn het meest geschikt. Braadstukken moeten de
bodem van de vorm voor ca. 2/3 bedekken.
Vormen van het volgende materiaal zijn niet geschikt:
¡ Licht gekleurd, glanzend aluminium
¡ Niet geglazuurde klei
¡ Kunststof of kunststof grepen
Opmerking: Bij sommige gerechten schakelt het appa-
raat de magnetron in. Er verschijnt een aanwijzing op
het display dat een voor de magnetron geschikte vorm
dient te worden gebruikt.
→ "Vormen en accessoires met magnetron", Pagina 16
12.2 Instellingen van de gerechten
Om de gerechten optimaal voor te bereiden, gebruikt
het apparaat verschillende instellingen.
Opmerking: Het bereidingsresultaat is afhankelijk van
de kwaliteit en de aard van de levensmiddelen. Ge-
bruik verse levensmiddelen, het best op koelkasttem-
peratuur.
Aanwijzingen bij de instellingen
Als u een gerecht start, geeft het display voor dit
gerecht relevante informatie weer, bijv.:
¡ Passende inschuifhoogte
¡ Passende accessoires of vormen
¡ Toevoegen van vloeistof
¡ Tijdstip voor het keren of omroeren
Zodra dit tijdstip bereikt is, klinkt er een signaal.
Programma's
Bij programma's zijn het optimale verwarmingstype, de
temperatuur en de duur vast vooringesteld.
Om een optimaal bereidingsresultaat te bereiken, moet
u bijkomend het gewicht instellen. Indien niet anders
aangegeven, stelt u het totale gewicht van uw gerecht
in. Het gewicht kunt u alleen in het daarvoor bestemde
bereik instellen.
Magnetrongerechten
Bij enkele gerechten activeert het apparaat automa-
tisch de magnetron. De bereidingstijd verkort hierdoor
aanzienlijk.
Neem de informatie over de magnetron in acht.
→ "Magnetron", Pagina 16
18
2.
De combinatie met de bedieningsring wijzigen.
3.
De werking met
voortzetten.
12.3 Overzicht van de gerechten
Welke gerechten ter beschikking staan, ziet u hier.
Gerechten
¡ Pizza met dunne bodem, 1 stuk
¡ Lasagne
¡ Kip, ongevuld
¡ Stukken kip
¡ Gebraden gehakt van vers gehakt
¡ Visfilet stoven
¡ Groente, vers
¡ Groente, diepvries
¡ Aardappels in de oven, heel
¡ Gekookte aardappelen
¡ Rijst met lange korrel
¡ Stukken gevogelte ontdooien
¡ Vlees ontdooien
¡ Visfilet ontdooien
12.4 Gerecht instellen
Opmerking: Na de start kunt u het gerecht en de in-
stellingen ervan niet meer veranderen of onderbreken.
Vereiste: Om de functie te starten, moet de binnen-
ruimte afgekoeld zijn.
1.
Op
drukken.
2.
Het gewenste gerecht met de bedieningsring instel-
len.
3.
Op
drukken.
4.
Het gewicht van uw gerechten met de bedienings-
ring instellen. De bijbehorende tijdsduur wordt auto-
matisch berekend.
Bij sommige gerechten kunt u bijkomend het ein-
‒
de verplaatsen.
→ "Einde instellen", Pagina 15
5.
In werking stellen met .
a Het apparaat begint op te warmen en de tijdsduur
loopt af. De opwarmlijn verschijnt niet.
a Als het gerecht klaar is, weerklinkt een signaal. Het
apparaat warmt niet meer op.
6.
Wanneer de tijdsduur afgelopen is:
Om het signaal voortijdig te beëindigen op een
‒
willekeurig touchveld drukken.
Bij sommige gerechten kunt u indien gewenst
‒
nagaren.
→ "Nagaren", Pagina 18
Als het gerecht klaar is, het apparaat uitschake-
‒
len met
.
Nagaren
Bij sommige gerechten biedt het apparaat na het ver-
strijken van de bereidingsduur de functie nagaren aan.
U kunt zo vaak nagaren als u wilt.
1.
Als u niet wilt nagaren, op
raat met
uitschakelen.
2.
Om het gerecht na te garen, op
a Op het display verschijnt een tijdsduur.
drukken en het appa-
drukken.